Waar andere landen doelgericht investeren in technologie en weerbaarheid, blijft Nederland achter. Te weinig innovatie zorgt voor afhankelijkheden, belemmert kansen voor ondernemers, zet banen op het spel, bedreigt de economische veiligheid en op de langere termijn de betaalbaarheid van publieke voorzieningen zoals zorg en veiligheid. Minister Karremans (Economische Zaken) stelt daarom, in samenwerking met het bedrijfsleven en kennisinstellingen, negen acties voor om de Nederlandse investeringen in onderzoek en ontwikkeling (R&D) structureel te verbeteren. Enkele van de acties zijn gericht op technische start-ups.
De ministerraad is vrijdag akkoord gegaan met de maatregelen in het zogenoemde 3%-R&D-Actieplan. Dat houdt in dat Nederland 3% van zijn economie (het bruto binnenlands product, bbp) in 2030 investeert in onderzoek en ontwikkeling (R&D). Twee derde van deze financiering komt binnen dit Europese doel vanuit private investeerders en bedrijven, een derde is publiek vanuit overheid, onderwijs en kennisinstellingen.
Op dit moment investeert Nederland 2,2% van het bbp in R&D. Dat is aanmerkelijk minder dan toonaangevende landen als de VS, Zuid-Korea en buurlanden als België en Duitsland. Zonder maatregelen valt het percentage in Nederland terug naar 2%. Om aan 3% te komen, is 14,9 miljard euro aan private en publieke investeringen nodig.