Ze worden vanaf oktober vaak op kerstmarkten aangeboden: warme, geroosterde kastanjes. Deze bruine energiebrengers zijn rijk aan mineralen en sporenelementen en wie ze eet, krijgt een extra portie kalium, calcium, fosfor, zwavel, ijzer en magnesium binnen. Daarnaast zijn tamme kastanjes eiwitleveranciers en bevatten ze minder vet dan andere noten. Bovendien bevatten ze radicalenvanger vitamine E, het weerstand verbeterende vitamine C, alle B-vitamines en provitamine A (bètacaroteen).
Tamme kastanjes bevatten dus veel gezonde stoffen waarvoor men normaal gesproken een gemengd bord met groenten, fruit en vlees zou moeten eten. Maar ze bevatten echter ook zo'n 200 calorieën per 100 gram. Een grote zak geroosterde kastanjes heeft dus hetzelfde energiegehalte als een hoofdmaaltijd. Eet daarom niet nog een gewone maaltijd na het eten van kastanjes. Zo maken ze niet dik.
Kastanjes moeten voor het eten verhit worden. Geroosterd of gekookt passen ze goed bij vleesgerechten, vegetarische gerechten of in een ovenschotel. Om ervoor te zorgen dat kastanjes niet gaan schimmelen, moet men ze koel en droog bewaren. Ook invriezen en langzaam laten drogen is mogelijk.
Kastanjes kan men het beste kruisgewijs op de gewelfde zijde inkerven, vervolgens in kokend water leggen en na 20 minuten afgieten. Ook kan men ze 15 tot 20 minuten in een 170 graden hete oven roosteren tot hun bruine schil openscheurt. Na beide bereidingsmethodes kan men de schil met de vingers weghalen en de huid met een mes verwijderen. De kastanjes zijn nu klaar om in een gerecht verwerkt te worden.