Hoger beroep in FresQ-zaak afgewezen
Het gaat om 22 miljoen euro GMO-geld dat tussen 2006 en 2008 is uitgekeerd aan FresQ. De Europese Commissie vorderde dit terug van de Nederlandse overheid. Bezwaren hiertegen, ingediend door de Nederlandse overheid, werden vorig jaar afgewezen. Nu is ook het hoger beroep afgewezen.
Hoger beroep
Volgens de Commissie voldeed de telersvereniging niet aan gestelde eisen. Daarbij ging het om zaken het bedrukken van verpakkingen. Volgens Nederland is dat verkoopbevordering en kun je daar subsidie voor krijgen, maar volgens de Commissie zijn dit gewoon verpakkingskosten en daarvoor krijg je geen GMO. Een ander punt is dat FresQ met gedetacheerd personeel de verkoop niet zou kunnen aansturen. Voor de Commissie reden om de subsidie terug te vorderen. De Nederlandse overheid maakte tegen dit oordeel bezwaar bij het Europees Gerecht, maar kreeg begin september 2013 geen gelijk. De zaak kwam nu voor het Hof van Justitie. Daar werd alleen naar de rechtsvragen gekeken: heeft Nederland de regels goed toegepast? Nederland vroeg het Hof te kijken naar vijf punten. In het hoger beroep zijn alle punten ongegrond verklaard.
Terugvorderen bij wie?
Nu de terugvordering van de Europese Commissie terecht is gebleken, is de vraag of de Nederlandse overheid dit geld ook kan terugvorderen bij FresQ en de voormalig FresQ-telers. Volgens publicaties van de Algemene Rekenkamer moet dat wel, tenzij de schuld evident bij het ministerie ligt. Eerder schreef Bleker dat het gaat om tekortkomingen die de overheid moet worden toegerekend - wat weer suggereert dat de schuld inderdaad bij het ministerie ligt.