Duitse vollegrondsslatelers beleven moeilijkste seizoen sinds jaren

In Duitsland beleefden vollegrondsslatelers in 2011 een zeer moeilijk seizoen. Na een lange droge periode in het begin van het jaar, volgde aan het begin van de zomer de EHEC-crisis. In de tweede helft van het seizoen was het weer zeer wisselvallig.
Na extreme regenval in september, volgden in diezelfde maand ook nog hele hoge temperaturen.

Aan het begin van het teeltseizoen waren de omstandigheden voor teeltbedrijven
ideaal: vanaf begin maart kon geheel volgens planning worden geploegd en geplant. Vanaf april moest er echter intensief worden beregend. Dit werkt prima in de vollegrond, maar leidde tot problemen in kassen en tunnels. De snelle groei van de gewassen zorgde voor concurrentie tussen de Duitse sla en het product uit Zuid- Europa. Markten raakten overvoerd en dat had zijn weerslag op de prijzen.

Weinig tijd voor herstel

De spanning tussen vraag en aanbod was er ook toen de eerste vollegrondsproducten uit Duitsland op de markt kwamen. Vanaf 15 april werd de eerste kropsla en de alternatieve slatypes geoogst, maar wie nog vóór Pasen kon leveren, behoorde tot de gelukkigen. Daarna was het vrijwel onmogelijk om nog een goede prijs te krijgen. Alleen eind mei ontstonden er door de versnelde groei even wat gaten in de oogst, zodat de markt een klein beetje kon herstellen. Veel tijd was hiervoor echter niet, want op 25 mei begon de EHEC-crisis. Het Robert-Koch-Institut (RKI) gaf op die datum een waarschuwing voor de consumptie van sla, komkommer
en tomaat. Het instituut ging er toen nog vanuit dat de ziektesymptomen, die veroorzaakt werden door de EHEC-bacterie, verband hielden met de consumptie van verse groenten. In totaal raakten 3.228 mensen geïnfecteerd en stierven er 35 (bron: RKI, 12 juni 2011). De markt voor verse groenten stortte daardoor grotendeels in. Op 10 juni maakte het RKI bekend dat verse groenten weer zonder probleem gegeten konden worden; de ziekte bleek afkomstig van de kiemgroenten van een bedrijf in het noorden van Duitsland. Vanaf dat moment herstelde de slamarkt zich, maar wel erg langzaam. Met name de bedrijven in het noorden
van Duitsland werden hard getroffen: gewassen werden hier wekenlang niet of nauwelijks geoogst en prijzen zakten naar een dramatisch niveau.

Extreem weer

De hoop was vervolgens gevestigd op een goede zomer, maar zeer wisselvallige weersomstandigheden en de gevolgen van de EHEC-crisis gooiden roet in het eten. In sommige gevallen werd ook de productkwaliteit negatief beïnvloed, met name door de zware stormen en hevige regenval tussen juni en augustus. In september keerde de zomer alsnog terug, met een maand lang temperaturen tot wel 30 °C. De markt herstelde zich iets, vooral voor ijsbergsla, maar het goede weer had ook een keerzijde. Doordat de gewassen snel groeiden, ook die van de laatste plantingen, was er eind oktober sprake van een overaanbod van lokaal product. Hier kwam de
concurrentie van aanvoer uit Spanje nog eens bij. Op 13 oktober vond er enige nachtvorst plaats, waardoor de laatste, kwetsbare sla onherstelbaar beschadigd
werd. In week 42 was het vollegrondsseizoen in de meeste regio’s voorbij.

Bron: Seeds & Services Vollegrondssla, Rijk Zwaan