De Pepino nog niet geproeft? De smaak van het zoete en sappige vruchtvlees lijkt op een combinatie van meloen en peer. Het heeft een suikergehalte van vier tot acht procent. Andere ingredienten zijn vitamine C (35 tot 70 mg per 100 g) en provitamine A.
De Pepino, die ook wel meloenpeer genoemd wordt, komt uit de warme bergvalleien in Peru en Colombia. Tegenwoordig wordt ze echter ook geteeld in andere landen in Zuid Amerika, de VS en Nieuw Zeeland. Het fruit behoort tot de familie van Solanaceae en groeit goed in plaatsen geschikt voor laag struikgewas. De vruchten worden 10 tot 20 centimer lang. De vorm en kleur kan sterk varieren, van puntig tot langwerpig zoals bananen, of zelfs geribbeld als een vleestomaat. De schil kan crèmekleurig zijn tot citroengeel, met paarse of roze strepen.
Gerijpt fruit is bijzonder smaakvol, maar ook erg kwetsbaar. Fruit dat bestemd is voor de overzeese export wordt gewoonlijk groen geoogst. Voor deze pepino’s eetbaar zijn, moet men wachten tot de kleur veranderd van groenig naar crèmekleurig en iets meegeeft bij het uitoefenen van zachte druk. Het fruit kan gegeten worden met of zonder schil, maar is zonder schil beter van smaak. Tevens kan men een pepino leeglepelen zoals een kiwi. Het hart is eenvoudig te verwijderen. Aangezien het fruit eenmaal aangesneden snel verkleurd, kan men het het beste bereiden net voor de consumptie.
Bron: Federal Center for Nutrition (BZFE)