Het begon allemaal in 2007 op de Antillen. Bodem- en wateranalyses brachten de aanwezigheid van chloordecon, een schadelijk bestrijdingsmiddel dat tegen snuitkevers werd ingezet, aan het licht. In Frankrijk is het middel sinds 1993 verboden. Het nieuws sloeg in als een bom. De lokale gemeenschappen hadden niet verwacht dat een middel dergelijke gevolgen voor het milieu zou kunnen hebben. Telers in het gebied besloten om het anders aan te pakken door niet langer fytosanitaire middelen op de plantages te gebruiken. In 2008 werd het Duurzame Bananenplan geïntroduceerd op Guadeloupe en Martinique.
Na 10 jaar: 60% minder beschermingsmiddelen en een enorme terugkeer van biodiversiteit
10 jaar zijn sindsdien voorbij en alle plantages hebben veranderingen doorgevoerd in hun manier van telen. De resultaten van het plan worden gemeten via het verminderde gebruik van bestrijdingsmiddelen, wat gemakkelijk te meten, betrouwbaar en representatief voor het werk van de telers is.
Sébastien Zanoletti van de Innovation and Sustainable Development: "Het gebruik van beschermingsmiddelen is met 60% afgenomen. We hadden er geen idee van wat de impact op de biodiversiteit zou zijn. Veel gewervelde en ongewervelde soorten eisten hun plekje weer op. In het begin leidde dit tot onbalans met een invasie van ongewenste insecten, maar we hielden vol en al snel bleek de balans weer terug te keren. Zo'n drie jaar geleden toonden studies door specialisten aan dat de biodiversiteit op de bananenplantages floreerde. Insecten keerden terug en trokken roofdieren als kikkers, vogels en vleermuizen aan, die op hun beurt de gewassen beschermen. Tegenwoordige maken we ons zelfs geen zorgen meer over de snuitkever, omdat die helemaal niet zo veel voorkomt. De biodiversiteit reguleert de populatie."
Wens tot voortdurende verbetering
Wel worden nog steeds fungiciden tegen microscopisch kleine schimmels gebruikt. Ze worden heel voorzichtig ingezet met 8 à 9 behandelingen per jaar t.o.v. de 35 die onder dezelfde vochtniveaus in Colombia en Ecuador gebruikt worden. In Costa Rica ligt het gebruik soms zelfs op 70 behandelingen per jaar. Sébastien: "Het gebrek aan gewasrotatie creëert een hoge parasitaire druk in de bodem. Bananenplantages van 30 jaar oud hebben te maken met schimmels en insecten. Onze gewassen worden na 7 tot 8 jaar altijd gewisseld door suikerriet of we laten het terrein braak liggen om de cycli van plagen te doorbreken."
In de bananensector op Guadeloupe en Martinique werken alle betrokken partijen er constant aan om het gebruik van fytosanitaire producten te verminderen. "De bananensector kan absoluut zonder chemische fytosanitaire producten, maar we moeten het goed aanpakken. We hebben het over stappen van 10 jaar tussen onderzoek en implementatie op alle plantages."
Mooie projecten in het verschiet
Sinds de implementatie van het plan is er niets aan productiviteit verloren gegaan. "Voor 2008 zat de teelt in de lift. Dat is wat verminderd, maar we halen nog steeds dezelfde opbrengst binnen. Het plan bracht 5-10% extra kosten met zich mee. Maar onze duurzame banaan heeft nog geen plaats op de markt. Wel beginnen we te zien dat 'made in France' het bij consumenten beter doet dan het concept 'duurzaam'."
De bananensector op Guadeloupe en Martinique ontwikkelt z'n eigen fair trade certificatie voor Franse bananen voor de oogst van kleine telers. Bio-bananen komen ook binnenkort op de markt via een nieuw ras dat de afgelopen 15 jaar ontwikkeld werd door selectie uit wilde rassen met schimmelresistentie. "We hoeven alleen nog een goede verpakking voor deze banaan te vinden, waarvan de fijne schil een zoet en licht pikant vlees omhult."
Voor meer informatie:
Sébastien Zanoletti
Director of Innovation and Sustainable Development UGPBAN
Tropical Technical Institute Consultant (IT²)
Bananas of Guadeloupe and Martinique
Tel: +33 1 45 12 34 70