ZON magazine sprak met ondernemer Geert Benders over lef, visie, volharden én passie.
Het verschil kan niet groter zijn. Aan de muur op de eerste verdieping van foodmarkt Beej Benders in de Venlose binnenstad hangt naast de ingelijste zwart-wit foto van het winkeltje van zijn ouders, een ingelijst krantenartikel van bijna drie jaar geleden met als kop ‘Benders blurt de branche’. Twee momentopnamen, die perfect de ontwikkeling schetsen die ondernemer Geert Benders (61) de afgelopen dertig jaar heeft doorgemaakt. Op het moment van het interview heeft hij net zijn twee Plus-winkels in Venlo gelijktijdig volledig omgebouwd naar de Jumbo-formule én het Beej Benders concept verder aangescherpt door een samenwerking met La Place.
Geert Benders
Klopt het dat je op je 16e al ondernemer wilde worden?
"Dat klopt, maar even een kleine nuancering: ik wilde in alles gaan ondernemen, behálve in de supermarktwereld omdat ik mijn ouders altijd alleen maar zag werken. Maar wat de strekking van mijn opmerking daarover was: ondernemer zijn dat moet in je zitten en dat was bij mij op jonge leeftijd wel al het geval. Op mijn tiende ging ik met vriendjes op de camping al auto’s wassen. Niet alleen om geld te verdienen, maar ook vanwege het ondernemen. Op mijn 16e had ik een heel ander plan, ik wilde namelijk professioneel motorcrosser worden en daar als ondernemer mijn brood mee verdienen. Daar heb ik een aantal jaren alles voor opzij gezet en hoewel dat uiteindelijk door overschatting van mijn talent niet is gelukt, heeft die periode mij wel gevormd als ondernemer. Immers als sporter wil je altijd winnen, moet je kunnen volhouden, moet je een plan hebben en vooral ook passie. Precies de zaken die je ook als ondernemer moet hebben en daarin zit voor mij dan ook de kern van een goede ondernemer. Als dat niet in je zit, word je naar mijn mening als ondernemer vooral heel erg ongelukkig."
En misschien ook een klein beetje geluk hebben?
"Ik ben ervan overtuigd dat je geluk tot op zekere hoogte kunt afdwingen, maar –let op- je moet uiteraard geen pech hebben en dat heb je helaas niet altijd zelf in de hand."
In 1994 nam Geert een enorm risico door vanuit de oude winkel van zijn ouders op een andere plek een volledig nieuwe supermarkt neer te zetten, terwijl in die tijd heel Venlo naar het nabijgelegen Trefcenter ging om boodschappen te doen.
"Ja, mijn vrouw en ik werden wel door menigeen voor gek verklaard. Trefcenter had voor een kaalslag gezorgd onder de kruidenierswinkeltjes die toen op veel plaatsen in Venlo waren gevestigd. Ook mijn vader was erg kritisch, want die was van het motto ‘eerst een kwartje verdienen en dan een dubbeltje uitgeven', terwijl ik toen een kwartje ging uitgeven maar nog amper een dubbeltje had verdiend. Maar op dat moment is feitelijk mijn lijfspreuk geboren die ik nu nog steeds als motto heb: om te behouden wat je hebt, moet je durven veranderen wat er is. Vanuit de veiligheid van de winkel van mijn ouders betekende dat in mijn visie het compleet anders gaan doen, in de overtuiging dat het centraal stellen van de klanten en het team beter zou gaan werken dan het centraal stellen van formule en promotie, zoals Trefcenter dat deed. Ik kon en kan geen verschil maken door het verkopen van dezelfde cola, maar wel door de mensen. Tot op de dag van vandaag denk ik dat dat onze grootste succesfactor is: het zijn de mensen die het verschil maken en niet de formule."
Hoe kun je je mensen dan dat verschil laten maken?
"Allereerst: het is bij ons écht een overtuiging dat het zo is en niet zo maar een loze containerkreet. Klanten merken heel snel of dat ook echt zo is. Je medewerkers moeten allereerst vakmanschap inbrengen en daarvoor moet je scholing en opleiding bieden. Enthousiasme en klantgerichtheid bracht ik medewerkers bij door te zeggen ‘de klant is altijd koning, maar jij bent keizer alleen mag je dat nooit tegen de klant zeggen’. Natuurlijk moet je zorgen dat de beloning goed is, maar je kunt mensen veel beter motiveren door bijvoorbeeld als team mee te doen aan de wedstrijd voor beste supermarkt van Nederland en als je dan wint met het hele team een feest te organiseren of een weekendje weg gaan. Dáár worden mensen enthousiast van. Dat uitstapje is geen doel op zich, maar een middel om samen elke dag beter te worden."
Veel retailondernemers blijven mainstream, ben jij een ‘andersdenker’?
"Dat probeer ik wel, maar het gaat er met name om dat je ná dat je hebt gezegd wat je doet, je vervolgens ook doet wat je zegt. En daar ontbreekt het volgens mij in het bedrijfsleven nog wel eens aan. Er wordt heel veel gezegd maar vaak te weinig gedaan. Iedereen roept dat personeel zijn grootste kapitaal is, maar zonder concrete invulling betekent dat niets."
Is die MKB-Limburg award een bekroning van je ondernemerschap?
"Ja, misschien wel. Als je enkele keren bent uitgeroepen tot beste supermarkt in Nederland, dan komt op zeker moment de vraag op of je nog meer van hetzelfde wil. Nog een nieuwe supermarkt erbij, bijvoorbeeld. Daar kwam bij dat in mijn ogen het bestaande supermarktconcept op de duur eindig is, en daarmee bedoel ik vooral de manier waarop veel retailers omgaan met de keten. Ook zag ik dat het model, het format van supermarkten steeds meer verandert omdat consumenten steeds minder ‘alleen maar’ boodschappen doen. De tijdspanne tussen aankoop van producten en het consumeren ervan wordt steeds korter, en een steeds groter gedeelte wordt daarbij ín de winkel gegeten of kort na aankoop.
Lang verhaal kort: we zijn toen als team tot de conclusie gekomen dat we de richting uit wilden van wat we hier bijna drie jaar geleden als Beej Benders concept hebben ontwikkeld. Dat betekende terug naar de fase van écht pionieren, reizen naar andere steden en landen om ideeën op te doen, en samen langzaam tot een nieuw concept komen. In die zin zie ik de MKB-award inderdaad wel als een bekroning op wat we hier de afgelopen paar jaar hebben gedaan."
Is je verwachting ten aanzien van Beej Benders uitgekomen?
"We hebben in ons plan en in onze financiering een termijn van drie jaar genomen om te komen waar we moeten zijn. We zijn nu ruim 2,5 jaar open en het gaat de goede kant op. Waarbij we constateren dat de werkelijkheid toch altijd anders is dan je verwacht. De verhoudingen tussen de omzetten van de diverse afdelingen zijn heel anders dat we vooraf dachten. Bijna de helft van onze omzet is inmiddels uit ofwel ter plekke eten, ofwel binnen 24 uur thuis. Tevoren hadden we dat op 20% ingeschat, stel je dat eens voor. Dat is echt een verschuiving in het consumptiepatroon die de komende jaren alleen maar verder zal doorzetten."
Is dat de reden dat jullie het concept onlangs hebben bijgesteld en samenwerking met La Place hebben gezocht?
"Ja inderdaad. Maar dat heeft er overigens ook mee te maken dat ik wars ben van het verdienmodel van supermarkten, waarbij de lage marges op A-merken worden gecompenseerd met de marges op groenten, fruit, vlees en brood. In ons concept hebben we geen cola, geen chips, geen cosmetica en noem maar op wat voor A-merken, maar alleen food. Dat ‘retailspel’ wat ik net schets, hoeven we hier dus niet te spelen, waardoor we ruimte kunnen bieden aan regionale producenten, zoals bijvoorbeeld telers van ZON. Daarbij zouden ze zich moeten realiseren dat het niet altijd om volume gaat, maar dat je deze plek als podium moet zien waar consumenten komen, die je kunt gebruiken om nieuwe concepten, nieuwe rassen en noem maar op te testen. Als primaire sector hebben jullie zelf immers geen contact met de consument, dat hebben wij. Dat podium wil ik graag verder uitbouwen."
Twee compleet vernieuwde supermarkten en een formule aanscherping hier bij Beej Benders, een mens zou van minder overspannen kunnen raken. En dat op hetzelfde moment.
"Daar is natuurlijk een heel proces aan vooraf gegaan, en belangrijk onderdeel daarvan was dat ik in contact kwam met Jumbo en daarmee ook met La Place. Bij Plus heb ik geweldige jaren gehad en het is nog altijd een goede formule, maar de coöperatieve structuur bood mij op de duur niet de slagvaardigheid die ik vanaf het begin bij Jumbo ervaar. Ze zijn enorm goed bezig en hebben een duidelijke visie op de toekomst van blurring van retail en food. Voeg daarbij het gegeven dat Jumbo –net als wij- een familiebedrijf is, en je hebt de optelsom die er uiteindelijk toe geleid heeft dat we in één keer flink hebben doorgepakt."
Je twee dochters en je vrouw zitten ook in het bedrijf. Praten jullie thuis wel eens over iets anders?
(Lachend) "Ja, over hoe we kunnen voorkomen dat we alleen maar geleid worden door de zaak. Even serieus: dat is natuurlijk best een valkuil, zeker in de afgelopen maanden. Maar we zien allemaal in dat de familieband er niet onder mag lijden."
Bron: ZON Magazine