De pootgoedsector is goed voor ongeveer 11% van de aardappelproductie in Groot-Brittannië. Het merendeel van het pootgoed (circa 70%) is afkomstig uit Schotland, waar de unieke teeltomstandigheden een goede groei en kwaliteit garanderen.
Jaarlijks exporteert Groot-Brittannië 16% tot 17% van haar totale oogst pootaardappelen. Ongeveer driekwart van het pootgoed (circa 70.000 ton) is bestemd voor landen buiten de EU. Egypte is veruit de grootste markt en neemt de helft van de totale export af. Marokko komt op een tweede plaats met een aandeel van 10% in de totale Britse export van pootaardappelen. Binnen de EU worden de meeste pootaardappelen naar Spanje en de Canarische Eilanden geëxporteerd maar ook Nederland en Ierland zijn belangrijke afzetmarkten.
De import varieert van jaar tot jaar, afhankelijk van de beschikbaarheid en prijzen van lokaal pootgoed. De meeste pootaardappelen worden uit Nederland geïmporteerd en zijn bestemd voor telers in Engeland en Wales. Volgens de APHA werden er in 2018 30.000 ton pootaardappelen geïmporteerd. In Schotland heeft de sector de afspraak gemaakt om alleen lokaal geproduceerd pootgoed te gebruiken. Deze vrijwillige regeling werd getroffen ter bescherming van de hoge kwaliteit van het lokale pootgoed en om ervoor te zorgen dat er geen ziekten via geïmporteerde pootaardappelen binnen worden gebracht.
In het geval van een no deal-Brexit zullen er zowel tarifaire belemmeringen en niet-tarifaire belemmeringen ontstaan. Het Verenigd Koninkrijk zal geen pootaardappelen naar de EU kunnen exporteren zolang het niet aangemerkt is als gelijkwaardig derde land. De rassen, die geregistreerd staan in het Verenigd Koninkrijk maar niet in de EU Common Catalogue, kunnen niet langer in de EU worden afgezet. Tarifaire belemmeringen houden in dat er tarieven gelden voor alle bestemmingen, terwijl voor Egypte en Marokko en voordien een tariefvrije regeling gold. Als de huidige tarieven zo blijven, dan zullen deze 2% voor Egypte en 2,5% voor Marokko gaan bedragen. Mocht het land aangemerkt worden als gelijkwaardige derde land voor de export naar de EU, dan zal het tarief 4,5% gaan bedragen.
De meeste pootaardappelen voor bestemmingen buiten de EU worden in de maanden november en december geëxporteerd. De Brexit-deadline staat op 31 oktober aanstaande. Het zal dan ook moeilijk worden om voor deze tijd de noodzakelijke regelingen te treffen.
De grootste hoeveelheden voor de Europese markt worden van februari tot april verladen. Als de EU het Verenigd Koninkrijk niet zo snel mogelijk na de deadline van 31 oktober aanstaande aanmerkt als gelijkwaardig derde land, dan is er nog maar weinig tijd om tot een overeenkomst te komen. Als de EU het Verenigd Koninkrijk na uittreding geen gelijkwaardige status toekent, of het besluit hierover uitstelt, dan zal het pootgoed dat voor de export bestemd was op de lokale markt moeten worden afgezet. Dit zal leiden tot een overvloedig aanbod en de lokale prijzen en bedrijven verder onder druk zetten.
Als de EU de status van gelijkwaardig derde land echter wel toekent, dan zal pootgoed dat bestemd is voor markten in de EU voorzien moeten zijn van een fytosanitair certificaat of onderworpen moeten worden aan extra controles om aan de EU-regels te voldoen. Dit zal de export van pootaardappelen naar de EU waarschijnlijk duurder maken waardoor de positie van Groot-Brittannië ten opzichte van haar Europese concurrenten zal verslechteren.
Voor meer informatie:
AHDB
Tel: +44 024 7669 2051
Email: [email protected]
www.ahdb.org.uk