Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Uireka 2.0 kan verder met steun van de Topsector Agri & Food

In 2016 sloegen partners in de uienketen de handen ineen om een breed gedragen objectief meerjarig kwaliteitsonderzoek te starten. Meer dan 70 bedrijven en organisaties die ketenbreed actief zijn, sloten zich inmiddels aan bij het publiek-private programma. Met steun vanuit de Topsector werd in de achterliggende drie jaar gedegen onderzoek uitgevoerd. Het succes leidde tot een nieuw onderzoeksprogramma waarvoor de Topsector nu opnieuw 9 ton vrijmaakt. Daarmee is een onderzoeksbudget van 2,5 miljoen beschikbaar voor nieuw ketenbreed uienonderzoek.

Waar het ketenbrede onderzoek zich de afgelopen periode met name richtte op fysieke kwaliteitsaspecten van de ui zelf, focust Uireka 2.0 zich vooral op duurzaamheidsaspecten en robuuste teeltsystemen. Met input van alle deelnemers zijn 7 onderzoeksthema’s gedefinieerd waarop in de periode 2020 tot en met 2022 wordt gewerkt. Dat zijn:

1. Gebruikswaarde onderzoek, waarbij gelet wordt op raseigenschappen voor een robuust gewas zoals wortellengte, dikte waslaag om een onafhankelijke keuze te kunnen maken voor de heersende klimatologische omstandigheden.


2. Weerbaarheid van het uiengewas waarbij duurzame teeltsystemen en groene middelen centraal staan.

3. Fusarium rot is een ziekte waarbij uit het afgelopen 3-jarig fundamenteel onderzoek gebleken is dat deze bodemschimmel een groot deel van het uienareaal voorkomt, maar niet altijd pathogeen hoeft te zijn. Praktische handvatten voor de juiste beheersmaatregelen zijn onderdeel van de komende onderzoeksperiode.

4. Integrale insectenbeheersing is een thema dat vanwege de veranderende weersomstandigheden, het wegvallen van bepaalde groepen insecticiden en zaadcoating vraagt om een nieuwe innovatieve, maar ook effectieve aanpak. Dit deel van het onderzoek gaat in op waarschuwingssystemen, schadedrempels, groene middelen, antagonisten en roofinsecten en het effect van nutriëntenmanagement.

5. Irrigatie, droogte- en zouttolerantie is een belangrijk onderdeel waarover momenteel nog veel onduidelijkheid bestaat, maar wel een onderwerp is dat volop in de belangstelling staat. Het onderzoek richt zich vooral op de praktische gevolgen en implementatie van nieuwe innovatieve irrigatiemethoden en de effecten daarvan op technische en economische aspecten van de uienteelt.

6. Alternatieven voor Maleine Hydrazide (MH) is een onderdeel waarop voor de langere termijn gezocht wordt naar volwaardige middelen. Hetzij chemische, fysische, genetische oplossingsrichtingen, of een combinatie daarvan. Met het onderzoek kijkt de sector nu al vooruit.

7. Het laatste thema waarop wordt ingezet is Stengelaaltjes. Het aaltje Ditylenchus dipsaci is een toenemende probleem. Bepaalde exportbestemmingen laten Hollandse uien niet of slechts onder strikte voorwaarden toe. De bedoeling van het onderzoek is om meer te weten te komen over de populatiedynamica van dit organisme en de mogelijke bestrijdingsmethoden daarvoor.

De organisatie van het bestaande project blijft ook voor Uireka 2.0 in dezelfde vorm bestaan. Onder een centrale Stuurgroep met vertegenwoordigers uit de deelnemende ketenschakels zijn werkgroepen ingericht die zich met de verschillende onderzoeksthema’s bezig houden. Er is een aparte werkgroep communicatie die erop toeziet dat de resultaten in de praktijk landen. Hierin zitten communicatie-experts vanuit alle ketenschakels.

De beoogd programmamanager van Uireka 2.0 is ir. Chris de Visser van WageningenUR (net als de afgelopen drie jaar). De heer de Visser heeft brede ervaring en inhoudelijke deskundigheid op gebied van wetenschappelijk onderzoek naar de uienteelt in binnen- en buitenland en is tevens deskundig wat betreft de uitvoering van grootschalige meerjarige publiek-private onderzoeksprojecten.

Naast bijdragen uit handel, zaadhuizen en toeleveranciers levert de ook de Brancheorganisatie Akkerbouw een forse bijdrage. Begin december wordt het formele besluit van Minister Schouten verwacht waarna in januari 2020 direct een start kan worden gemaakt met de onderzoeken.

Voor meer informatie over het huidige programma, inclusief alle onderzoeksrapporten:
www.uireka.nl  


Publicatiedatum: