Nu de huizenprijzen blijven stijgen, is het voor de volgende generatie huizenkopers nog niet zo makkelijk om zich op de huizenmarkt te begeven. Ian Bright, directeur van ING Research, onderzoekt de situatie en ontkracht daarbij een paar mythes.
'Smashed avocado on toast'. Deze woorden zijn veranderd van een duur item op een menukaart naar een vorm van belediging; meestal een die gericht is op de jongere generatie en gemaakt door iemand van een oudere leeftijdsgroep. De uitspraak is een knipoog naar degenen die ruwweg jonger zijn dan 35 jaar, omdat ze niet genoeg financiële discipline hebben om te sparen voor een eigen huis en in plaats daarvan hun geld verkwisten aan dure lekkernijen. In 2017 berekende de BBC zelfs een 'avocado on toast-index' door te onderzoeken hoeveel van de prijzige ontbijtdelicatessen mensen in verschillende landen zouden moeten laten staan om een aanbetaling van 20% op een doorsnee woning te kunnen doen.
Maar jongeren zijn niet per se onverschillig. Op 35-jarige leeftijd is 24% in heel Europa in het bezit van een eigen huis met een hypotheek. Dat is in wezen gelijk aan de 25% van degenen die 35 jaar of ouder zijn in dezelfde situatie. Verrassend genoeg zegt 19% van de jongeren onder de 35 jaar, die reageren op de online-enquête, dat ze een huis hebben zónder hypotheek. Minder verrassend is dat dit stijgt tot 41% voor de 35-plussers, grotendeels omdat velen hun hypotheek hebben afbetaald tegen de tijd dat ze 55 jaar zijn.
Jongere mensen willen kopen
Ondanks het feit dat onroerend goed duur is, hebben jongere mensen de hoop op het kopen van een huis niet opgegeven. Slechts 5% van de mensen in Europa onder de 35 jaar die nooit een eigen huis hebben gehad en die huren, willen niet kopen. 14% zegt niet te verwachten dat ze kunnen kopen en 12% weet niet of ze zullen kopen. Samen is dat bijna een derde van de mensen (31%) van wie het onwaarschijnlijk lijkt dat ze in hun leven een huis zullen bezitten.
Wie ouder is dan 35 jaar, nooit een huis heeft gekocht en huurt, heeft andere uitgangspunten en verwachtingspatronen. Tweeëntwintig procent wil niet kopen; 50% verwacht niet te kunnen kopen en 14% weet het niet. Samen is dat 86%.
Terwijl ouderen van beide groepen misschien realistischer zijn over hun toekomst, dromen jongeren nog steeds van het bezitten van een eigen huis.