Europese veredelaars en de International Association of Horticultural Producers (AIPH) hebben in een brief aan de Europese Commissie verzocht om de herziening van Verordening 2100/94 inzake het communautaire kwekersrecht (Community plant variety right – CPVR). AIPH, CIOPORA, Euroseeds en Plantum, de ondertekenaars van het document, doen dit verzoek na te hebben opgemerkt dat deze rechten niet zijn opgenomen in de routekaart van de Commissie ter verbetering en versterking van het beheer van intellectuele en industriële eigendom in sectoren die essentieel zijn in het licht van de huidige gezondheids- en economische crisis.
"Een doeltreffende veredelingssector is essentieel voor diverse maatschappelijke doelstellingen, zoals het verbeteren van duurzame productiesystemen en de consumptiekwaliteit van land- en tuinbouwproducten", zo staat in de brief. Ze wijzen erop dat de door de EU gepromote strategieën zoals de Green Deal en ‘Van boer tot bord’ zonder plantenveredeling hun doelstellingen niet kunnen halen. “De veredelaars hebben nood aan een effectief systeem van intellectuele eigendom om te blijven investeren in deze belangrijke taak."
Het document dat naar de Commissie is gestuurd, bespreekt een reeks bepalingen van de basisverordening die voor verbetering vatbaar zijn. “Hoe waardevol de verordening ook is in vergelijking met andere internationale verordeningen, het 25 jaar oude CPVR-systeem is niet meer aangepast aan de innovaties op het gebied van landbouw, tuinbouw en plantenveredeling”. De organisaties wijzen er zelfs op dat de sector al in 2011 om wijzigingen heeft verzocht en dat die toen in dovemansoren zijn gevallen.
De ondertekenaars noemen ook de recente beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie in zaak C-176/18 (Nadorcott) over mandarijnenbomen. “De mandarijnenbomen werden door een kweker op de markt gebracht zonder toestemming van de veredelaar in de periode tussen de aanvraag en de toekenning van het recht, wat de zwakke punten van de voorlopige bescherming en de bescherming van het geoogste materiaal onder CPVR aantoont.”
De Europese veredelaars stellen dat dit een ernstig probleem is, vooral in het geval van fruitbomen, aangezien de proefperiode die nodig is voordat het recht wordt verleend, wel zes jaar kan duren. "Bovendien is de beperkte bescherming van geoogst materiaal bijzonder nadelig voor rassen die worden geteeld buiten de EU met weinig of geen bescherming van de intellectuele eigendom en vervolgens worden afgezet binnen de EU", zo luidt het ook.
Veredelaars hebben ook opgeroepen tot een grotere controle op het Farm Saved Seed-systeem met betrekking tot de betaling van de vergoeding en tot een langere duur van CPVR-bescherming voor houtige gewassen, bloembollen en asperges.
Bron: guiaverde.com