Bij de organisatie van het in de wintermaanden voor de klok zetten van Spaans product, werkt ZON al een aantal jaren samen met Nederlander Thomas Bos, eigenaar van het in Alicante gevestigde bedrijf Thomasol. ZON magazine had een skypegesprek met hem over onder meer de ontwikkelingen in de Spaanse AGF-sector.
Hoe ben je in de AGF-sector en vervolgens in Spanje terecht gekomen?
‘Ik heb het werken met groenten en fruit echt met de paplepel ingegoten gekregen. Als kind wilde ik al meewerken in de groentewinkel van onze overbuurman in Zeddam, waar we woonden. Ik mocht mee naar de veiling in Zevenaar, naar de afmijnzaal, bestellingen klaarmaken en noem maar op. Toen ik iets ouder werd, mocht ik ook in de winkel staan, op de markt verkopen, ’s nachts mee winkels bevoorraden en dat soort dingen. Ik wist eigenlijk al snel dat ik na de middelbare handelsschool in Arnhem, direct aan de slag wilde bij van Vliet in Zevenaar. Nadat ik tussendoor nog een jaar of zeven een zijsprongetje heb gemaakt naar een constructie- en bouwbedrijf in de Betuwe, kwam de oude liefde voor groenten en fruit toch weer boven en ging ik in 2001 bij Langfruit op Fresh Park Venlo werken. Ron de Greeff kwam daar toen net binnen als directeur. Na twee jaar heb ik toen aangegeven dat ik graag iets voor mezelf in Spanje wilde gaan doen en ben in 2003 in mijn uppie naar Spanje gegaan met de toezegging dat ik de Spaanse handel voor Langfruit mocht gaan verzorgen. Daar is mijn ‘Spaanse leven en werk’ mee begonnen. Toen het bij Langfruit na tien jaar in 2013 minder goed ging, kwam ik bij toeval met ZON in contact en bleek dat zij een project wilden gaan opzetten om in de wintermaanden Spaans product voor de klok te gaan zetten en daar lokale expertise voor zochten.’
Wat doet Thomasol zoal?
‘We verdienen net als veel andere bedrijven in deze business ons geld met de handel in groenten en fruit. Zo hebben wij traditionele Duitse grootmarkt klanten waar we het ¨Spanje pakket¨ wekelijks voor mogen verzorgen. Ook bemiddelen wij, op een vaste en transparante basis, wekelijks retailprogramma’s voor toeleveranciers naar enkele Nederlandse, Belgische en Duitse retailers. En hebben we voor specifieke producten jaarrond afspraken met Nederlandse importeurs en exporteurs. Maar dat is maar een deel van onze activiteiten.
Met afstand het leukste om te doen vind ik het ontwikkelen van langlopende projecten zoals bij ZON, om samen met een klant allerlei lijntjes met elkaar te gaan verbinden en te zorgen dat van daaruit een goed lopende business ontstaat. Zo heb ik bijvoorbeeld al in 2006, samen met een vollegronds familiebedrijf uit Murcia, een lijn opgezet om broccoli/bloemkool naar het Midden-Oosten te exporteren middels zeevracht. Met een ander vollegronds teeltbedrijf uit Murcia hebben we een project voor een Duitse retailer gedaan. Dat zijn voor mij echt mooie projecten om te doen. Wat dat betreft, voel ik me veel meer een projectontwikkelaar in groenten en fruit dan een traditionele handelaar.’
Hoe kijk je terug op het adviseren bij het ZON-project?
‘We hebben in 2014 een werkgroep ‘Spaans veilen’ opgericht, waar ik deel van uitmaakte. Je wil niet weten wat er aan voorbereidingen voor zo’n project komt kijken. Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van de keur - op een afstand van 2.500 km van Fresh Park Venlo – maar ook het opzetten van het gehele logistieke traject, keurrapporten in het Spaans, het betrekken van de afdeling Quality Assurance bij alle certificaten en recente productanalyses, accurate financiële afwikkeling met dag/week afrekeningen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik vind het echt een geweldige teamprestatie dat we dit in de afgelopen vijf jaar tot een goed lopend traject hebben weten te ontwikkelen en daar ben ik dan ook best trots op. Het project staat voor mijn gevoel inmiddels als een huis. Grappig detail is dat toen we in het seizoen 2015-2016 met het project van start gingen, ZON net haar 100-jarig bestaan had gevierd, waarbij de directie en enkele bestuursleden van CASI (de grootste tomatencoöperatie binnen Spanje) nog in Venlo bij het jubileumfeest te gast is geweest omdat we met CASI zaken gingen doen. Tot dusverre hebben we het denk ik goed gedaan, maar voor de komende jaren blijft er nog steeds veel werk aan het project. Spanje is namelijk in zijn algemeenheid niet echt georiënteerd op de “vrije dagmarkt.” Het echte volume zit in de vaste week/maand/seizoensprogramma’s en om de Spanjaarden enthousiast te krijgen voor de dagmarkt, moet je dan natuurlijk prijzen waar kunnen maken die gemiddeld net zo goed of beter zijn dan in de programma’s.’
Terugkijkend op jouw 17 jaar in Spanje: hoe heeft de tuinbouw zich daar ontwikkeld?
‘De Spaanse tuinbouw, en daarmee ook de individuele bedrijven, heeft in de voorbije jaren echt een professionaliseringsslag gemaakt. Qua productie, maar zeker ook qua commercie. Waarbij ik overigens van mening ben dat er nog wel vrij veel naar de korte termijn wordt gekeken en wat minder op de lange termijn wordt gedacht. Een Spaanse teler probeert met zo laag mogelijke investeringen het beste product te maken, terwijl Nederlandse telers eerst hun teeltfaciliteiten optimaal in orde willen hebben en daar echt in willen investeren.’
Zijn er naast ZON meerdere buitenlandse coöperaties die product van Spaanse collega-coöperaties voor de klok zetten?
‘Nee, voor zover ik weet zijn er links en rechts wel wat kleinschalige samenwerkingen, maar is ZON in Europa de enige coöperatie die dit op deze schaal en wijze organiseert.’
Wat maakt de ZON-klok aantrekkelijk voor Spaanse coöperaties?
‘Als eerste toch wel duidelijk de transparantie die ZON in de samenwerking op alle fronten richting haar Spaanse partners betracht. Daar is in Spanje veel waardering voor. En daarnaast dat de Spanjaarden op deze wijze vaak kunnen profiteren van de goede prijzen in de dagmarkt, op de juiste momenten. Waarbij ze natuurlijk niet met de klok moeten gaan spelen, want continuïteit in de aanvoer is voor ZON erg belangrijk richting de klanten.’
Hoe wordt in Spanje tegen een concurrent als Marokko aangekeken?
‘Met name in de Spaanse tomatenwereld wordt toch wel met argusogen naar de ontwikkelingen in Marokko gekeken, want dat wordt echt als een hele serieuze concurrent gezien. Inmiddels komen er niet alleen tomaten maar ook hele goede paprika’s, courgettes en aubergines uit Marokko en heeft het land zich ontwikkeld tot een producent om terdege rekening mee te houden. Het land heeft natuurlijk een stuk markt kunnen pakken omdat Europese landen niet meer naar Rusland mogen exporteren en Marokko wel. Veel Spaanse bedrijven hebben wel geprobeerd samen te werken met Marokkaanse bedrijven, maar door ingewikkelde wetgevings- en cultuurverschillen is dat niet vaak gelukt. Qua regelgeving stoort het de Spanjaarden overigens enorm dat hun producten en werkwijze aan allerlei strenge voorwaarden moeten voldoen, waarbij men hier vaak afvraagt of dit ook wordt toegepast op het Marokkaans product. Die concurrentie op kostprijs ervaart men als erg oneerlijk.’
In Nederland zie je dat grotere telers steeds meer de verkoop zelf willen doen en niet meer binnen een coöperatie. Speelt die ontwikkeling ook in Spanje?
‘Nee, eigenlijk niet. Spaanse coöperaties hebben traditioneel heel veel kleinere telers. In Almeria komt het gemiddelde bedrijf amper aan de drie of vier hectare en dan heb je natuurlijk te weinig volume om de afzet zelf te doen. De grote jongens met tien of vijftien hectare hebben vaak een functie in het bestuur van een coöperatie en conformeren zich daardoor aan de regels om de verkoop door de coöperatie te laten doen.’
Hoe zit dat met de opvolging in die kleine bedrijven? In Nederland is dat met name in de vollegrond toch best een probleem.
‘Dat speelt in Spanje mijns inziens minder. Met een paprikabedrijf van pakweg drie hectare in Almeria kan een Spaans gezin een prima boterham verdienen. De kinderen gaan gewoon door in de kas van pa en ma. En ook in de regio Murcia, waar veel vollegrondsbedrijven zitten, speelt dit eigenlijk nauwelijks. Kinderen gaan door in het bedrijf van hun ouders en blijven lid van dezelfde coöperatie, dat is wel het beeld.’
Wat betekent corona voor de Spaanse tuinbouw?
‘Op de eerste plaats net als in heel Europa het omgaan met heel veel extra regels. Denk alleen eens aan het organiseren van transport voor je oogstmedewerkers om maar eens iets te noemen. Qua afzet zie je dat ook in Spanje de vraag vanuit de horeca een tijd is stilgevallen. Gelukkig is dat voor een deel weer vervangen door een sterk toegenomen vraag vanuit de retail.’
Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van het komende winterseizoen?
‘Als je even het stilvallen van de luchtvaart in de voorbije maanden in herinnering roept, dan kun je je misschien voorstellen dat alle fruit dat voor smoothies en dergelijke aan boord van die vliegtuigen werd gebruikt, opeens niet meer werd afgenomen. De contracten lagen er wel, maar konden niet worden nagekomen. Dat heeft enorme gevolgen voor handel en telers. Niemand weet hoe dat er komende winter uit gaat zien. Wat hebben contracten voor waarde als ze niet kunnen worden nagekomen? Veel onzekerheid en veel koffiedik kijken kortom zowel aan de teeltkant als aan de afzetkant.’
Hoe zie je de ontwikkelingen in Spanje de komende jaren?
‘De concurrentie vanuit Marokko gaat zeker doorzetten, dat staat voor mij vast. Europa zou wel stelling moeten nemen tegen de huidige ongelijke regel-/wetgevingen, zodat producten uit Marokko of andere niet-EU productielanden, aan dezelfde eisen moet voldoen als producten uit de Europese landen. Concurrentie is prima, indien het speelveld voor iedereen gelijk is.’
Bron: ZON Magazine
Voor meer informatie:
Thomas Bos
Thomasol Gestion SL
C. Venta de la Remuda nr. 8
03560 El Campello
Alicante - España
Telephone: +34-669636873
[email protected]
www.thomasol.eu