Een advocaat-generaal van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft vorige week donderdag zijn conclusies kenbaar gemaakt over een geschil tussen de koninklijke familie van Marokko en een teler uit Murcia voor de teelt van Nadorcott mandarijnen zonder in het bezit te zijn van de relevante vergunning voor het beschermde ras. De advocaat-generaal stelt voor de koning van Marokko in het gelijk te stellen.
De zaak werd door het Spaanse Hooggerechtshof voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, die moest beslissen of het bedrijf Nadorcott Protection SARL, eigendom van de Marokkaanse koninklijke familie en eigenaar van het mandarijnenras, juridische stappen kon ondernemen tegen telers die het ras zonder toestemming van het bedrijf telen, of bij wie dit recht verlopen is door het overschrijden van de bij Europese regelgeving gestelde termijn van drie jaar.
De zaak dateert reeds van het jaar 2007. Het bedrijf van de Marokkaanse koninklijke familie richtte toen een eerste verzoek aan José Cánovas Pardo om de teelt van het beschermde ras op percelen nabij Alhama de Murcia te stoppen, waar hij in 2006 een totaal van 4.457 Nadorcott mandarijnenbomen had aangeplant zonder daarbij de bijbehorende vergunning aan te vragen.
In 2011 spande het bedrijf van de Marokkaanse koning een rechtszaak aan bij een rechtbank van koophandel om de inbreuk op de legitieme rechten op het ras vast te stellen met ingang van 2006. De licentiehouder eiste ook dat het bedrijf uit Murcia zou worden veroordeeld tot het stilleggen van de teelt, tot het verwijderen en vernietigen van al het plantenmateriaal en tot het betalen van een schadevergoeding van € 35.000.
Aanvankelijk was de rechtbank het eens met de teler uit Murcia door te oordelen dat de termijn waarin de Europese normen voorzien, was verstreken. De verordening bepaalt met name dat het recht van de houder om gerechtelijke stappen te ondernemen vervalt na drie jaar vanaf de datum waarop de Europese bescherming van plantenrassen definitief werd verleend en de houder kennis had van de handeling en de identiteit van de overtreder. Dit plantenras is sinds 2004 beschermd in de EU.
Nadorcott Protection ging tegen deze uitspraak in beroep bij de provinciale rechtbank van Murcia, die oordeelde dat de inbreuken in de loop van de tijd bleven aanhouden en dat de verjaring van de zaak in november 2009 onderbroken werd toen er een voorlopige procedure werd gestart. Bijgevolg verklaarde de rechtbank dat alleen de vorderingen op de teeltinbreuken die meer dan drie jaar vóór die datum plaatsvonden, waren verjaard.
Ten slotte tekende het bedrijf uit Murcia beroep aan bij het Hooggerechtshof, waarbij het vraagtekens plaatste bij de interpretatie van de verjaringstermijn van de provinciale rechtbank van Murcia.
Bron: laopiniondemurcia.es