Tholen - De laatste donderdag van augustus staat bij veel mensen in de uiensector gemarkeerd in de agenda. Toch bleef het dit jaar een stuk rustiger op de Landelijke Uiendag in Colijnsplaat. Waren de benodigde registratie om de proeven in het veld te bezoeken hier debet aan, de drukte op het land, de matige uienprijzen of was het ontbreken van de biertap? Wie het weet, mag het zeggen.
De organisatie registreerde 744 inschrijvingen op de Landelijke Uiendag. Zij kregen weer een update in het proefveld over de laatste onderzoeken rond onkruidbestrijding, bemestingstrategieën, druppelirrigatie en fertigatie, schimmelbestrijding, plantenversterkers, tripsbeheersing en een rassenvergelijking van de zaaiuienrassen voorgeschoteld. In plaats van in de schuur op het terrein van Proefboerderij de Rusthoeve stonden de exposanten allemaal in tentjes rond het mechanisatieveld. Na drie extreem droge jaren, zorgt dit jaar de nattigheid voor de nodige uitdagingen in uienland. Ook is de ziektedruk dit jaar volop aanwezig.
De vroege vogels waren, inmiddels een traditie, al eerder welkom voor een interessante paneldiscussie tijdens het uienontbijt. Onderwerp was de Farm to Fork-strategie van de Europese Unie met inbreng van Tweede kamerlid Caroline van der Plas van de Boer Burger Beweging, Europarlementariër Bert-Jan Ruissen van de SGP, Gijsbrecht Gunter van de Holland Onion Association en Michael Wilde van Bionext.
De zogeheten Farm-to-Fork-strategie - onderdeel van de Green Deal waarvan Eurocommissaris Frans Timmermans de aanjager is - schrijft onder meer voor dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in 2030 in de EU moet zijn gehalveerd, het meststoffengebruik met 25% moet worden gereduceerd en het bio-aandeel naar 25% moet. Voor de uiensector nog cijfers die ver van de praktijk staan, zo rekende dagpresenator Cor van Oers van het UIKC voor. Immers, op dit moment telt Nederland grofweg 30.000 hectare zaaiuien, waarvan 500 hectare biologisch. Met een gelijkblijvend areaal zou dat in 9 jaar tijd naar 7.500 hectare moeten gaan.
Panelleden Gunter, Wilde, voorzitter Van Oers, Van der Plas en Ruissen
SGP'er Ruissen, geboren en getogen tussen de uienverwerkende bedrijven in Reimerswaal, hekelde de top-downbenadering die door Europa wordt opgelegd in deze doelstellingen. Hij vindt dat de overheid de vooruitgang niet moet frustreren met onhaalbare doelen. Over twee weken vindt in het Europese Parlement een belangrijke stemming plaats rond dit thema, waarbij er maar liefst 2.000 amendementen zijn ingediend.
Michael Wilde wees erop dat er soms druk van bovenaf nodig is, waarbij hij de suikertaks als voorbeeld nam. "Het gaat vreselijk slecht met onze biodiversiteit, bodem en het klimaat. Meerdere rapporten tonen dat de problemen op deze planeet alarmistisch zijn." De Bionext-voorman deed een oproep om de bodem centraal te stellen, zodat er over 200 jaar nog uien geteeld kunnen worden en riep de aanwezigen op om weg te blijven uit de polarisatie. "De bio-sector moet niet doen of alleen bio de oplossing is en de gangbare sector moet de bio-sector niet meteen wegzetten. Redeneren dat het meer zoden aan de dijk zet om de gangbare sector te verduurzamen en dan maar niks te doen met de biologische teelt helpt de zaak niet vooruit. Iedereen moet aan de bak."
Caroline van der Plas - "ik eet elke dag uien" - hekelde de nadruk op de lokale producties. "Duitsland is keigoed in auto's maken, daarom wil de hele wereld Duitse auto's hebben. Wij hebben de beste boeren met een uitstekend klimaat, grond en kennis. Daar mogen we best wat trotser op zijn. We hoeven de hele wereld niet te voeden, maar kunnen daar wel een handje bij helpen."
Caroline van der Plas en Bert-Jan Ruissen
Uienteler en voorzitter van ZLTO Zeeland Joris Baecke wees op de inkomsten van de telers. "Volgend jaar vallen er opnieuw gewasbeschermingsmiddelen weg. Technisch is er veel mogelijk, maar financieel? Als de telers geen fatsoenlijk inkomen krijgen, dan prijzen we ons als Nederland uit de markt." Caroline van der Plas gaf aan binnenkort met het CBL om de tafel te gaan om de beloning van de telers te bespreken.
Gunter beaamde de noodzaak van een fatsoenlijk inkomen, maar gaf wel aan dat de prijs van uien hoofdzakelijk door de vraag op de wereldmarkt wordt bepaald. "Ruim 90% van onze uien worden geëxporteerd. Het maakt dan nogal uit of landen als India of Brazilië naar onze uien vragen. Als wij de kilo's en kwaliteit tot onze beschikking hebben en er is vraag op de markt, dan kunnen wij de hele wereld bedienen. Bovendien is het rendement dat telers gemiddeld over de afgelopen jaren aan de uien hebben verdiend, niet slecht geweest."
In zijn afsluitende wrap-up gaf Peter de Koeijer namens het Uien Innovatie en Kennis Centrum aan het als een verademing te zien dat politici deze keer niet overtuigd hoeven te worden. Vervolgens spoedden de bezoekers zich naar het Onion Plaza.
Klik hier voor de fotoreportage van de bezoekers