G.C. van Egmond is een bedrijf dat reeds 53 jaar in de aardappelgroothandel actief is. Momenteel is het een van de grootste grossiers in de Amsterdamse regio. De oprichter startte in 1935 zijn bedrijf. G.C. was een boerenzoon uit de Haarlemmermeerpolder. In die tijd kocht hij bij de boeren de aardappelen gesorteerd en bracht deze met een vrachtwagen(tje) naar de klanten in Amsterdam. De oudste zoon van de oprichter L.C. van Egmond, een van de huidige directeuren, kwam al op zijn 14e jaar in het bedrijf van zijn vader. Later kwamen er nog drie broers in de zaak. In die jaren kreeg hij geen salaris, maar alleen wat zakgeld. "Dat was toen zo en vader zei altijd, 'dat komt later wel goed' en dit is ook goed gekomen", aldus de heer L.C. van Egmond.
De heer L.C. van Egmond
"In 1948 kregen we op de Centrale Markt te Amsterdam een ruimte van 30 m2. Dat was in de buitenlucht op het trottoir. Op die 30 meter hebben we een jaar lang zaken gedaan. Daarna kwam er een pand van 200 m2 leeg. In die jaren deed vader de commercie. Hij ging altijd naar de boeren en de beurzen. In die jaren nam de vrachtwagen steeds meer de functie van het schip over. Vroeger kwamen de aardappelschepen als het ware de markt binnen gevaren. De aardappelen haalden we toen vooral van het eiland Flakkee en uit de Haarlemmermeerpolder ten zuiden van Amsterdam. Achteraf bezien stonden we in de naoorlogse jaren als bedrijf erg sterk. In die tijd werd eigenlijk de financiële basis gelegd. We werkten toen met z'n tienen, vader, vier zonen, een dochter en vier knechten. In 1980 betrokken we een nieuw pand van 600 m2 waar we tot 1983 bleven. In dat jaar betrokken we het huidige pand van 1.000 m2 bebouwde vloeroppervlakte", aldus L.C. van Egmond.
De jonge generatie van Egmond zal straks de leiding overnemen
Het bedrijf heeft een constante groei doorgemaakt. Eind jaren zestig kwam er een kentering op gang. Steeds meer straatventers stopten er mee en voor hen kwamen er vrijwel geen nieuwe en veel kleinhandelaren sloten hun winkel. " Anderzijds zette de kleinverpakking door en dat zagen we niet zo zitten. We legden ons steeds meer toe op de export van consumptieaardappelen naar Duitsland en levering aan collega-grossiers. In die tijd reden we met vijf bulkwagens. Dit zijn er thans nog slechts drie. Doordat we de nadruk legden op de export en de industrie liep de eigenlijke groothandel wat terug. Daar kwam weer verandering in toen mijn drie zoons, Adri 30, Gerard 27 en Jan 25 en neef Antoon 22, een zoon van mijn broer Antoon, in de zaak kwamen" zo vertelt de heer Van Egmond.
Het moderne bedrijfspand
Thans is de gemiddelde weekomzet 600 ton. Hiervan gaat een derde naar de detailhandel en het grootwinkelbedrijf. De rest gaat naar de industrie en naar Duitsland. Van de totale omzet schat van Egmond dat 80% uit Bintjes bestaat en de rest uit Eigenheimers, Pipo, Bildstar, Koopmans Blauwe, Meerlanders en Irene. De Pipo en de Bildstar zijn de enige nieuwe rassen die in het bestaande assortiment zijn opgenomen. Voor de nieuwe rassen maakt van Egmond geen reclame, dit is het werk van de teler. Volgens hem heeft de specialist meer soorten in huis dan een grootwinkelbedrijf.
De volautomatische verpakkingsmachines
Het importseizoen duurt vrij lang. Al in februari verkoopt van Egmond de Israëlische Alpha's. Daarna komen de Cyprische Diamant aardappelen. Vervolgens worden Spaanse Alpha's geïmporteerd. Daarna komt de Italiaanse kriel. Eind mei komen de Italiaanse Alpha's binnen. Soms rijden ze ook naar Pfalz waar ze de eerste Eerstelingen en Gloria's vandaan halen. "Franse primeurs doen we hier niet. De Fransen wassen hun aardappelen en dit komt de kwaliteit van dit jonge gewas zeker niet ten goede. Na drie dagen ken je de partij niet meer terug." In de hal staan twee volautomatische Affeldt-kleinverpakkingsmachines opgesteld. De kleinverpakking maakt 15% van de totale omzet uit. Deze gaan naar de semi supermarkten, de grossiers en de winkeliers.
Bron: Primeur 17 - Jaargang 02 - 27 mei 1988