De eerste verzamelmissie als onderdeel van het nieuwe meerjarenplan is inmiddels een feit. In september reisde CGN-curator Rik Lievers naar Albanië om in samenwerking met IPGR, de Albanese genenbank, zaden te verzamelen van landrassen en wilde verwanten van groentegewassen, zo schrijft WUR.
Plannen voor uitbreiding
Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) houdt niet alleen de bestaande genenbankcollectie in stand, maar werkt ook aan de verdere ontwikkeling en uitbreiding van haar collecties. In het Meerjarenplan 2022-2026 van de WOT Genetische Bronnen stelt het CGN het doel om de collecties verder te ontwikkelen en te vergroten. Een deel van de nieuwe accessies is afkomstig uit verzamelmissies in het buitenland.
Goede contacten in het beoogde verzamelland zijn onmisbaar bij dergelijke verzamelmissies. Tijdens een bijeenkomst van het European Cooperative Program for Plant Genetic Resources (ECPGR) leidde een gesprek tussen Theo van Hintum (CGN) en Ndoc (spreek uit: Ndots) Faslia (Agricultural University of Tirana) tot plannen voor een verzamelmissie in Albanië samen met de Albanese genenbank IPGR.
Samenwerking met de Albanese genenbank
Een dergelijke samenwerking is een uitstekende kans om de collecties van beide genenbanken uit te breiden. Het CGN en het Institute of Plant Genetic Resources (IPGR) maken daarbij gebruik van elkaars expertise. Lokale kennis en contacten maken het makkelijker voor het CGN om toegang te verkrijgen tot Albanese zaden van landrassen en wilde verwanten van groenten. Daarbij gaat het niet alleen om toegang tot de fysieke locaties, maar ook om officiële toestemming van de Albanese autoriteiten voor zowel de verzamelmissie als de overdracht van het verzamelde materiaal naar het CGN.
Als onderdeel van de samenwerking draagt het CGN kennis over aan het IPGR. Medewerkers van de Albanese genenbank kunnen Nederland bezoeken om van het CGN te leren over zaken omtrent het beheer van genenbanken. Daarnaast zal Theo van Hintum de Albanese genenbank ter consultatie bezoeken en bijdragen aan de opzet van een nationale strategie voor het conserveren van plantgenetische bronnen in Albanië. Het CGN zorgt voor de vermeerdering en beschrijving van het materiaal dat tijdens de missie verzameld wordt, zodat genoeg materiaal van goede kwaliteit kan worden opgeslagen in beide genenbanken.
Vindplaats Brassica incana (links op de rotsen) en vele andere wilde varianten van groente gewassen
Hotspot voor wilde verwanten
Het 9-daagse verzamelprogramma, opgesteld door Ndoc Faslia, bestond uit twee lussen door het zuiden van Albanië. De eerste lus voerde langs de Adriatische en Ionische zeekust en focuste op wilde soorten. Sokrat Jani, een specialist voor wilde varianten, vond hier een aantal mooie populaties. De rotsachtige Ionische zeekust bleek een hotspot te zijn voor wilde verwanten van groenten.
Er zijn twee zeldzame soorten wilde kool (Brassica incana en B. cretica) verzameld, die voornamelijk op de rotsen groeiden buiten het bereik van grazende geiten en schapen. Langs het strand werden zaden verzameld van strandbiet, wilde witlof, wilde sla, wilde peen, wilde prei en wilde venkel.
Verstopte mini-genenbank van landrassen
De tweede lus liep door het bergachtige zuidoosten van Albanië en was voornamelijk gericht op landrassen. Het binnenland van Albanië kent veel smalle weggetjes naar ogenschijnlijk verlaten dorpen. In een dorpje vlak langs de grens met Griekenland verraadden alleen de goed onderhouden moestuintjes de aanwezigheid van mensen. Pandora, een lokale boerin, was bij aankomst bezig met de zaadoogst van landrassen van komkommer, courgette, en prei. Rik Lievers en Belul Gixhari, de directeur van de Albanese genenbank, werden met Albanese gastvrijheid en raki ontvangen.
Pandora beheert in haar moestuin haar eigen mini-genenbank. De verzamelaars werden voorzien van zakjes zaad van een grote verzameling landrassen uit haar moestuin: tomaat, paprika, ui, kool, aubergine, meloen, kool, spinazie en bonen.
Pandora (rechts) overhandigt preizaden uit haar eigen moestuin aan Rik Lievers (links) en Ndoc Faslia (achter)
Verzamelen, schonen en administratie
Na de lange dagen in het veld is er ’s avonds in het hotel nog genoeg te doen. De verzamelde zaadmonsters worden geschoond en ontdaan van rommel, zoals takjes en insecten. Ook de administratie wordt bijgewerkt. In het veld wordt bij elk zaadmonster een verzamelformulier ingevuld, met onder meer informatie over de soort, lokale naam, populatiegrootte, locatiegegevens en de naam van de boer. De gegevens van elk verzamelformulier worden in een digitale database ingevoerd. Daarnaast is de verzamellijst nodig voor het uit- en invoeren van de zaden.
Terug naar Nederland
Voordat de verzamelde zaden naar Nederland mochten reizen, werd een overeenkomst voor de overdracht van het materiaal (standard material transfer agreement, SMTA) getekend tussen het CGN en het IPGR. Ook moet het materiaal een fytosanitair certificaat krijgen. Dit certificaat geeft aan dat het materiaal vrij is van quarantaineorganismen en voldoet aan fytosanitaire eisen.
De zaadmonsters werden geïnspecteerd door een inspecteur van de National Plant Protection Organization van Albanië en goedgekeurd voor export. De zaden van tomaat en paprika worden eerst getest op een besmettelijk virus (ToBRFV) voordat ze in de EU mogen worden ingevoerd. In Nederland werden de zaden en het fytosanitaire certificaat nogmaals gecontroleerd, deze keer door de Naktuinbouw. De zaden worden in de komende jaren vermeerderd bij veredelingsbedrijven en enkele tuinders, waar het materiaal door CGN-curatoren ook zal worden bekeken en beschreven.
Wilde wortel en sla
Tot slot
Tijdens de missie in Albanië heeft het CGN van 16 soorten wilde verwanten maar liefst 104 zaadmonsters verzameld, waaronder twee bedreigde soorten wilde kool. Ook voor landrassen was de missie een succes: 42 monsters van 14 soorten landrassen zijn verzameld, inclusief het zeldzame materiaal uit de mooie, maar zeer kwetsbare collectie van Pandora.
Door dit materiaal in genenbanken op te nemen, wordt de waardevolle genetische diversiteit van deze planten veiliggesteld voor de toekomst. Ook in de komende jaren hopen we vele verzamelmissies met lokale partners te organiseren. Zo draagt het CGN bij aan het waarborgen van onze voedselzekerheid, en die van de toekomstige generaties.
Foto's: Rik Lievers (CGN) en Ndoc Faslia
Bron: WUR