Tholen - “Momenteel importeert Frankrijk de helft van hun groenten en fruit, wat als gênant wordt ervaren voor een land dat trots is op zijn agrarische tradities”, vertelt Martijn Weijtens, Landbouwraad op de Nederlandse ambassade in Parijs. Om deze reden heeft de Franse overheid grootschalige investeringen en ontwikkelingsplannen aangekondigd, onder andere vanuit het France 2030-programma, dat honderden miljoenen euro's aan fondsen vrijmaakt voor de tuinbouwsector. “Het verminderen van de afhankelijkheid van geïmporteerd product is een belangrijke uitdaging.”
France 2030
“De grote frustratie van Frankrijk rond groenten en fruit is dat ze de helft importeren”, vertelt Martijn. Uit allerlei fondsen wordt geld vrijgemaakt om hier verandering in te brengen. De meest in het oog springende, is het programma France-2030, waar honderden miljoenen euro’s beschikbaar zijn.
“Toen president Macron aan de macht kwam, lag de nadruk van de binnenlandse productie op het hogere segment: het leveren van toegevoegde waarde, onderscheidend vermogen. Nu zien ze dat deze strategie voor een groot deel op orde is, maar dat ze ook voor de gewone man met de kleine beurs moeten produceren.” Hij verduidelijkt dat ook de Franse consument de koopkracht achteruit heeft zien hollen. “Daardoor is er vraag naar goedkoper, industrieel geproduceerd product. De Franse consument koopt graag Frans, maar als de prijs te hoog is, kopen ze net als Nederlanders toch de Spaanse of Marokkaanse tomaat. Als ze die in Frankrijk kunnen produceren, is het des te beter.”
Meer zelfvoorzienend
De Franse regering heeft als doelstellingen gesteld om tegen 2030 5% meer groenten en fruit in eigen land te produceren, tegenover 50% nu, en tegen 2035 zelfvoorzienend te zijn voor 60% van de voorziening in groenten en fruit. Hoewel deze doelen bescheiden klinken, zijn ze volgens Martijn misschien juist realistisch gezien de inzet en beschikbare middelen, en de diversiteit van de huidige land- en tuinbouwsector. “Hoewel er moderne bedrijven zijn, zoals in het westen van Bretagne en de Loire-streek, bestaat een groot deel van de sector uit kleinschalige teelt. Onder de toetreders in de sector zie je veel idealisten: kleinschalige projecten met een duurzaam karakter en gericht op de korte keten. Hoewel deze initiatieven sympathiek zijn, is grootschalige productie nodig om aan de voedselbehoefte van Frankrijk te voldoen.”
Daarbij heeft de modernisering van kassen ook zeker prioriteit, vertelt Martijn, die aanvult dat ook hier veel emoties bij gepaard zijn. “Er is een ambivalente houding ten opzichte van de kassen: enerzijds zorgen ze voor lokaal geteeld voedsel, kansen voor kennisontwikkeling en vergroting van de werkgelegenheid, maar kassen worden ook gezien als iets industrieels: ze zijn groot, soms dichtgeschilderd en ontoegankelijk. Fransen houden vast aan het ideaalbeeld van groenten en fruit die op traditionele wijze worden geteeld op het platteland.” Dit uit zich bijvoorbeeld ook in de vele keurmerken en labels voor lokale productie, en de wetgeving omtrent biologisch telen: verwarmen van die kassen was enige jaren niet toegestaan. “Maar ook deze regels worden aangepast, om toch jaarrond telen ook in de biologische sector mogelijk te maken.” Tegelijkertijd stagneert de consumptie van biologisch geteeld product. “De consumptie zat tot 2021 in de lift, maar vertoont nu stagnatie. Biologisch concurreert bovendien met de korte keten en duurzaamheidslabels, zeker toen bleek dat biologisch product ook geïmporteerd werd”, vertelt Marieke Riesmeijer, collega van de Landbouwraad.
Agrivoltaisme
Een sector die van deze trends profiteert, is die van het ‘agrivoltaisme’, waarbij zonnepanelen gecombineerd worden met land- en tuinbouw. “De wijnsector heeft bijvoorbeeld gezien dat de schaduw van zonnepanelen interessant is om de teelt van wijndruiven toch mogelijk te maken in gebieden die te warm geworden leken. Er wordt ook gekeken voor de mogelijkheden in de bessenteelt, en andere teelten. Tegelijkertijd is het een uitkomst omdat land- en tuinbouwgrond in principe niet zomaar voor zonnepanelen gebruikt mag worden. Agrivoltaisme lijkt een win-winsituatie te zijn, en er is wetgeving ingevoerd om de spelregels duidelijk te maken, al moet er nog jurisprudentie ontstaan om dit verder te verduidelijken.”
Sowieso ligt verduurzaming van de sector breed onder de aandacht. “Er ligt veel nadruk op klimaatvriendelijkheid”, vertelt Martijn. “Klimaat is hot, letterlijk en figuurlijk. Dat zie je breed terug: zowel in het watergebruik en zuivering van afvalwater bijvoorbeeld, de teelt van nieuwe klimaatresistente gewassen, maar ook de aandacht die bredeweersverzekeringen krijgen, waarvoor een nieuw systeem is ingevoerd, en natuurlijk de verpakkingsregels, die ook onlangs vernieuwd zijn: er zijn zeer gedetailleerde regels voor het gebruik van plastic verpakkingen, die verboden zijn tenzij het niet anders kan, en de recycleerbaarheid van verpakkingen.” Een andere factor met veel invloed op de ontwikkelingen in de markt, is arbeid: zowel de beschikbaarheid ervan als de arbeidsomstandigheden. “Frankrijk gaat vol voor robotisering, omdat de mankracht beperkt beschikbaar en duur is, en er in Frankrijk veel kennis is op het gebied van robotica.” Onlangs sloot president Macron in Nederland zelfs een innovatiepact, waar Agtech, met focus op robotica, digitalisering en genetica, een grote plaats in inneemt. Deze trends bieden kansen voor de tuinbouw, ziet hij. “Water recycleren, minder gebruik van gewasbeschermings-middelen, automatisering – het sluit hier goed bij aan.”
Diverse Nederlanders hebben interesse getoond in de Franse markt en de afgelopen jaren zijn er door telers verschillende tuinbouwprojecten gerealiseerd. Marieke vertelt dat zij soms de middelen en kennis hebben om grote kassen te bouwen, wat soms met enige jaloezie wordt bekeken. “Regionale overheden in Frankrijk zien investeringen in de tuinbouwsector als een kans om werkgelegenheid, kennisontwikkeling en voedselzekerheid te bevorderen. Hoewel er taal- en culturele barrières zijn, is het huidige klimaat gunstig voor Nederlandse bedrijven om actief te worden in de Franse tuinbouwsector. Frankrijk is intrinsiek gemotiveerd om de productie omhoog te gooien, waardoor technologie welkom is en er ook geld voor beschikbaar is."
Voor meer informatie:
Landbouwteam Nederlandse Ambassade
7 Rue Eblé, 75007 Parijs
[email protected]
Tel.: +33 (0)1 40 62 33 53
Twitter: @AgriParijs