In 1991 is de redacteur van Primeur op bezoek bij Tummers Machinebouw in Hoogerheide. Dit bedrijf houdt zich dan al acht jaar bezig met de ontwikkeling van automatische uienschillers. Directeur A.G.H. (Fons) Tummers is trots op zijn nieuwste uienschilmachine: “Ik mag gerust stellen dat onze machine de enige is waarbij het geschilde product niet besmet kan raken door de schillen.” De capaciteit van de Tummers uienschiller hangt af van het basisgewicht per ui. Voor Europese uien met een gemiddeld gewicht van 150 gram per stuk is de capaciteit 540 tot 720 kg per uur. Voor uien met een gemiddeld gewicht van 100 gram per stuk kan de machine 360 tot 480 kg per uur verwerken.
Links Fons Tummers met een operator aan de schilmachine
Tummers: “Ondanks het feit dat de productie van machinaal geschilde uien nog een stuk achterblijft bij die van hand geschilde uien ben ik ervan overtuigd dat het machinaal schillen het op den duur toch zal winnen. Maar zolang het toegestaan wordt om bij wijze van spreken op de hoek van de straat uien te schillen, kan iedereen uien kopen en ze schillen voor vijftien cent de kilo. Daar kan het machinaal schillen niet tegenop. Gelukkig gaan steeds meer gemeenten ertoe over het thuis schillen van uien te verbieden en groeit het aantal bedrijven in de voedingssector die op levering van machinaal geschilde uien staan, juist met het oog op de milieuvriendelijke kant van het machinaal schillen. Als men een onderzoek zou doen naar de aanwezigheid van salmonella op hand geschilde uien, weet je niet wat je overkomt.”
Een testopstelling bij Uienpelcentrum Jac. Smit in het Noord-Hollandse Opmeer
Bron: Primeur 1991