Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

PFAS-vrije teelt voor aardbeienteler (nog) geen thema

Aardbeientelers zijn niet op de hoogte dat de gewasbeschermingsmiddelen die zij gebruiken PFAS kunnen bevatten. Dat blijkt uit onderzoek. Nederlandse telers zijn gevraagd naar hun gewasbeschermingskeuzes en hun kennis van de stoffengroep die ze wel kennen uit het reguliere nieuws, maar waarover ze specifiek gericht op de gewasbeschermingsmiddelen die ze gebruiken maar weinig kennis hebben.

PFAS, afkorting voor poly- en perfluoralkylstoffen, worden vaak toegevoegd aan gewasbeschermingsmiddelen, weten de onderzoekers. Bekende producten zoals Flint, Luna, Switch, Sivanto, Bifasto en Takumi bevatten PFAS als actieve ingrediënten. In reactie op Kamervragen liet demissionair minister Adema van LNV deze winter nog weten dat er 105 gewasbeschermingsmiddelen een PFAS-stof bevatten.

PFAS helpen bij gewasbeschermingsmiddelen bijvoorbeeld om de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen te verbeteren. Ook zitten de stoffen in hulpstoffen bij gewasbeschermingsmiddelen, waar PFAS kunnen bijdragen aan het verlagen van oppervlaktespanning.

Groeiende bezorgdheid
Onder wetenschappers groeit de bezorgdheid over PFAS en de gevolgen voor milieu, ecosysteem en volksgezondheid wel. Zelf maken de telers zich geen zorgen over de gezondheidsrisico's zolang de concentraties laag blijven.

In opdracht van de Wetenschapswinkel van Wageningen Universiteit en Research (WUR) hebben zes studenten tien aardbeientelers in Nederland geïnterviewd om inzicht te krijgen in hun visie, voorkeuren, en andere factoren die een rol spelen in de keuzevrijheid omtrent gewasbeschermingsmiddelen en PFAS. In deze interviews zijn de uitdagingen en overwegingen die telers ervaren bij het maken van deze belangrijke beslissingen voor hun bedrijfsvoering aan het licht gebracht.

Om PFAS uiteindelijk uit gewasbeschermingsmiddelen te laten verdwijnen, zijn volgens de onderzoekers heldere productinformatie, ondersteuning voor alternatieve oplossingen en promotie van PFAS-vrije teeltpraktijken door adviseurs essentieel, stellen de onderzoekers.

Transparantie en regelgeving
De onderzoekers constateren uit hun gesprekken dat de kennis van aardbeientelers over PFAS beperkt is. Zij zien een gebrek aan transparantie naar telers. Dit is grotendeels te wijten aan het feit dat producenten niet verplicht zijn om expliciet te vermelden welke chemische stoffen hun producten bevatten.

Het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) heeft hierbij een cruciale rol, vinden de auteurs. Het Ctgb beoordeelt en keurt gewasbeschermingsmiddelen op basis van veiligheidscriteria, maar er is weinig informatie beschikbaar over hoe specifiek PFAS hierin worden meegenomen, stellen de onderzoekers. Zij pleiten voor strengere regelgeving omtrent het gebruik van PFAS.

Het Ctgb onderkent de maatschappelijke zorgen die er over PFAS bestaan wel, zo blijkt uit een publicatie op hun website. In Europees verband is er vanuit Nederland, Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen in 2023 een voorstel voor een totaalverbod op productie, gebruik en verkoop van PFAS gedaan. Daarin is wel een uitzondering gemaakt voor de werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen, biociden en (dier)geneesmiddelen, omdat 'deze middelen al streng worden beoordeeld.'

In Nederland doet het Ctgb dat. Naar aanleiding van het EU-voorstel schrijft men: "In het restrictievoorstel voor PFAS wordt aan de Europese Commissie geadviseerd om meer rekening te houden met persistentie in de toelatingsprocedure voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Op dit moment wordt op Europees niveau onderzocht hoe deze aanbeveling in de praktijk kan worden gebracht."

Dit voorjaar was nog niet bekend wanneer de Europese restrictie ingaat. De Europese Commissie wil het gebruik van PFAS op termijn verbieden. Vooral voor hulpstoffen heeft dat gevolgen. Die zullen worden uitgefaseerd, deelde minister Adema met de Tweede Kamer.

Belang adviseurs
De onderzoekers pleiten er ook voor om producenten van gewasbeschermingsmiddelen te verplichten om volledige informatie te verstrekken over de inhoud van hun producten. "Dat is cruciaal om veiligere keuzes te kunnen maken."

Een citaat van een geïnterviewde teler laat zien waarom dat belangrijk is. Op de vraag of de aanwezigheid van PFAS in een gewasbeschermingsproduct invloed heeft op de keuze voor gebruik door de teler, volgt het volgende antwoord. "Nee, want het is mij niet bekend waar het wel in zit. Als ik dat wel zou weten, is dat een overwegingsfactor extra. Op het moment dat ik meeldauw in mijn gewas heb zitten en ik heb de keuze tussen een PFAS-houdend middel waar ik een goed gevoel bij heb dat het de meeldauw afdoodt en maar één keer mee hoef te spuiten, of andere middelen waarmee je vier keer moet spuiten. Weegt de PFAS zoveel zwaarder dat ik dan met een ander middel vier keer extra moet spuiten?"

Telers in het onderzoek geven verder ook aan dat ze vooral goed werkende middelen willen. "Ik zou het beste middel kiezen wat er zou zijn, voor alles, of het nou 200 of 300 kost maakt dan niet zoveel uit."

Een andere teler geeft desgevraagd aan dat als een middel zonder PAS een stuk minder goed werkt, bijvoorbeeld 70% in plaats van 100%, dat hij dan de 100% met PFAS pakt. "Anders moet je het wel 3 keer behandelen. Prijs maakt niet uit als het maar werkt. Je moet er niet elke week spuiten. Zelfs al is het 5 keer duurder, als het maar werkt. Het liefst 1 keer erin en klaar."

In de PFAS-kwestie wijzen de Wageningse studenten extra op het belang van teeltadviseurs, waar telers volgens de gesprekken veel vertrouwen in hebben. "Ze spelen een essentiële rol in het verstrekken van goed advies aan telers over gewasbeschermingsmiddelen. Hun advies en expertise beschouwen wij als een onmisbare factor voor het succes van de transitie naar PFAS-vrij telen. Adviseurs moeten specifiek letten op onafhankelijke en veiligere keuzes voor de teler."

Minister Adema pleitte vorig jaar al eens voor onafhankelijke adviseurs over gewasbescherming. Het plan was ook opgenomen in het Coalitieakkoord. Enkele maanden na zijn voorstel viel het kabinet.

Weg van PFAS
Er zijn mogelijkheden om over te stappen naar PFAS-vrije teelt en telers kennen die opties ook. Veel telers gebruiken namelijk al biologische bestrijdingsmiddelen zoals Cucumeris, Tracer, Serenade en chemische gewasbeschermingsmiddelen zonder PFAS zoals Captan, Batavia en Signum. Sommige telers tonen daarnaast interesse in alternatieve teeltmethoden, zoals het gebruik van netten tegen insecten en technologieën zoals UV-C-straling tegen meeldauw en robotisering. Deze innovaties verlagen bovendien de werkdruk en de kosten.

Verder kan het overstappen naar aardbeienrassen die weerbaar zijn tegen ziekten en plagen ook bijdragen aan PFAS-vrije teelt, zodat de noodzaak voor chemische gewasbeschermingsmiddelen vermindert. Dit biedt een dubbele winst, benadrukken de onderzoekers: het milieu wordt minder belast en telers kunnen op termijn kosten besparen.

Sommige telers overwegen de overstap naar een ander ras of hebben de overstap al gemaakt. Rassen die weerbaar zijn tegen veelvoorkomende ziekten zoals meeldauw en Botrytis hebben minder gewasbeschermingsmiddelen nodig. Telers zijn dan minder afhankelijk van gewasbeschermingsmiddelen die PFAS bevatten.

Uitdagingen
De overgang naar de PFAS-vrije teelt brengt uitdagingen met zich mee. Telers geven bijvoorbeeld aan dat de lijst met toegelaten gewasbeschermingsmiddelen afneemt en dat nieuwe middelen niet of nauwelijks toegelaten worden. Telers staan open voor alternatieven, maar alleen als deze net zo effectief zijn in het beschermen van hun aardbeien. Volgens hen is er momenteel een beperkt aanbod van dergelijke goede alternatieven, wat de overstap naar PFAS-vrije teelt verhindert.

Volledig biologisch, daar heeft niet iedere teler vertrouwen in als het om gewasbeschermingsmiddelen gaat. "Ik ben wel pessimistisch als alles biologisch moet, het is alleen niet echt realistisch."

Een andere teler heeft wel vertrouwen in biologische middelen, maar merkt met een kwinkslag op dat dat blijkbaar niet automatisch voor iedereen geldt: "Als er nu een nieuw chemisch middel wordt geïntroduceerd, dan hebben we daar bijna vanzelfsprekend vertrouwen in terwijl de biologie moet zich nog bewijzen." Het verbaast deze teler soms dat er schijnbaar nog veel uitgebreider getest moet worden voor middelen die zich in de natuur al bewezen hebben, in vergelijking met chemische middelen. Wat hem betreft moet dat meer gelijkwaardig zijn.

Verder is gebleken dat het telen van nieuwe aardbeienrassen met hoge ziekteresistentie door telers gezien wordt als een noodzakelijke stap voor het reduceren van chemische beschermingsmiddelen en uiteindelijk ook PFAS-vrij telen. Nieuwe aardbeienrassen kunnen echter ook onzekerheden met zich meebrengen. Ze kunnen mogelijk minder goed presteren onder de specifieke bodem- en klimaatomstandigheden van een teler, of ze sluiten niet goed aan bij de bestaande teeltmethoden.

Nog belangrijker, zo blikt uit de gesprekken, is dat consumenten sommige rassen mogelijk niet prefereren, waardoor telers ze moeilijk kunnen verkopen. Telers moeten voldoen aan strenge eisen van consumenten, vooral wat betreft de vorm en smaak van de aardbeien. Voor telers is het belangrijk dat nieuwe rassen gemakkelijk te telen zijn met bij voorkeur minder arbeid en een goede opbrengst.

Wil
Uit het onderzoek blijkt dat de meeste telers positief staan tegenover een groenere toekomst door over te stappen naar PFAS-vrije gewasbeschermingsmiddelen. Hoewel er financiële risico's zijn, biedt de overstap kansen voor innovatie en duurzaamheid. Om PFAS uiteindelijk uit gewasbeschermingsmiddelen te laten verdwijnen, zijn heldere productinformatie, ondersteuning voor alternatieve oplossingen en promotie van PFAS-vrije landbouwpraktijken door adviseurs essentieel. Het betrekken van telers bij discussies met andere belanghebbenden, zoals de overheid en producenten van gewasbeschermingsmiddelen, is volgens de onderzoekers cruciaal om deze overgang naar PFAS-vrije alternatieven te vergemakkelijken.

De onderzoekers spraken alleen aardbeientelers, maar hebben wel een idee over hoe het voor andere teelten geld. Thijmen Calis, een van de onderzoekers: "We merkten erg op hoe elke teler al zijn best doet om zoveel mogelijk biologisch te doen. Dat zagen we telkens terugkomen. Dus we verwachten wel dat de aardbeienteler niet alleen zal zijn in het streven naar de meest groene teelt."

De auteurs van het onderzoek zijn: Cathy van den Heuvel, Thijmen Calis, Elvin Lodder, Jori Huang, Penny Tsapikouni en Jesús Mariscal Gallardo.