Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Per kwartaal gingen 3 op de 10 onderbenutte deeltijders meer uren werken

In 2023 zeiden 528 duizend deeltijders dat ze meer wilden en konden werken (onderbenutte deeltijders). Per kwartaal ging gemiddeld 29 procent van hen daadwerkelijk meer uren werken, gemiddeld 10,3 uur meer per week. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS.

Onderbenutte deeltijders zijn mensen die in deeltijd werken en aangeven dat ze meer uren willen werken en daarvoor op korte termijn beschikbaar zijn. Ook bij de rest van de werkzame beroepsbevolking (werkenden die niet meer uren willen werken en/of daarvoor niet beschikbaar zijn) gingen mensen meer uren werken. In 2023 gold dit voor gemiddeld 7 procent per kwartaal. Met 652 duizend personen waren dat aanmerkelijk meer mensen die meer uren zijn gaan werken dan de 150 duizend onderbenutte deeltijders. Het aantal extra gewerkte uren was met 9,6 uur per week wel iets lager dan bij de onderbenutte deeltijders (10,3).

Tegenover de mensen die meer uren gaan werken, staan ook werkenden die minder gaan werken of die stoppen met werken. In het artikel Onderbenutte deeltijders: van meer willen werken naar meer gaan werken is onderzocht welke groepen in 2023 hebben bijgedragen aan de groei van de totale arbeidsduur in Nederland.

Ruim half miljoen onderbenutte deeltijders, relatief vaak oproepkracht
Van de 528 duizend onderbenutte deeltijders was iets minder dan de helft (48 procent) scholier of student. Zij werkten meestal als oproepkracht (54 procent), 27 procent had een contract met vaste uren. Bij onderbenutte deeltijders die geen onderwijs volgden, was 14 procent oproepkracht en had 59 procent een contract met vaste uren.

In de overige werkzame beroepsbevolking had een groter deel een contract met vaste uren: 51 procent van de onderwijsvolgenden en 75 procent van de niet-onderwijsvolgenden.

Meeste onderbenutte deeltijders bij dienstverlenende beroepen
Scholieren en studenten werken vaak in beroepen waar het gebruikelijk is om in deeltijd te werken. Het percentage (onderbenutte) deeltijders is bij hen het hoogst bij dienstverlenende beroepen en transport- en logistiekberoepen. In die beroepsklassen werkt ruim 90 procent in deeltijd, en is bijna 20 procent van de werkenden onderbenut. Onder de dienstverlenende beroepen vallen bijvoorbeeld schoonmakers, kelners en keukenhulpen. Bij transport- en logistiekberoepen gaat het bijvoorbeeld om vakkenvullers.

Ook bij niet-onderwijsvolgenden meeste onderbenutting bij dienstverlenende beroepen
Bij niet-onderwijsvolgenden is het percentage onderbenutte deeltijders met bijna 9 ook het hoogst in de dienstverlenende beroepen. Daarna volgen de creatieve en taalkundige beroepen, pedagogische beroepen en zorg- en welzijnsberoepen, met elk 5 procent onderbenutte deeltijders. De beroepen waar relatief weinig niet-onderwijsvolgende onderbenutte deeltijders werken, zijn bij het openbaar bestuur, veiligheid en justitie, en in de management-, technische en ICT-beroepen. Deze beroepsklassen hebben ook de minste deeltijders.

Bron: CBS

Publicatiedatum: