De overheid moet meer investeren in de Nederlandse infrastructuur. Hiervoor heeft Bouwend Nederland deze week gepleit in een brandbrief aan de Tweede Kamer. "Iedereen die er verstand van had, wist al jaren dat dit de grootste instandhoudingsopgave ooit is", aldus voorzitter Arno Visser, "maar de politiek erkende het nooit", schrijft evofenedex.
Terwijl de noodzaak om vervanging en onderhoud te plegen aan de Nederlandse infrastructuur toeneemt, blijft de financiering achter, is de boodschap van Bouwend Nederland. "Onze infrastructuur werd zo'n vijftig à zestig jaar geleden massaal opgebouwd. Nu is het moment aangebroken voor groot onderhoud", aldus voorzitter Arno Visser in een interview op BNR Nieuwsradio. De belangrijkste reden hiervoor is volgens hem dat er veel meer verkeer is dan vroeger en dat dit veel zwaarder is. Vrachtauto's worden steeds groter en elektrische auto's zijn veel zwaarder dan brandstofauto's.
Volgens Visser gaat het bij de infrastructuur om circa 3000 viaducten en 800 bruggen. Hij roept op hiervoor een plan van aanpak te formuleren met realistisch budget. Ook benadrukt hij het belang van het aanleggen van nieuwe infrastructuur. "Elke weggebruiker, woningzoeker en bewoner is geholpen met adequate investeringen in onze infrastructuur." De onderhoudsbeurt die de Nederlandse infrastructuur nodig heeft is volgens Visser 'de grootste opgave ooit'. Hier hoort volgens Bouwend Nederland het grootste budget ooit bij, maar dat is er volgens Visser niet.
Tekort aan middelen
Dit sluit aan op de constatering van evofenedex dat de vernieuwingsopgave groter is dan de beschikbare middelen en capaciteit. Ook al groeit het onderhoudsbudget voor Rijkswaterstaat volgens de Miljoenennota tot 2030 van 2 miljard euro naar 3 miljard euro per jaar, en stijgt het budget voor Prorail naar bijna 2,4 miljard euro per jaar.
Wat volgens Visser meespeelt bij het tekort aan middelen, is dat de staat van te onderhouden objecten bij aanvang van de werkzaamheden vaak slechter blijkt dan aanvankelijk was aangenomen. Hierdoor vallen renovaties duurder uit dan begroot. Een ander probleem is dat veel onderhoudswerk de verantwoordelijkheid is van gemeenten en provincies, die over zo'n 60 procent van de bruggen, sluizen en wegen gaan. De gemeenten hebben volgens Visser voldoende geld, maar ze krijgen dit niet uitgegeven waardoor sprake is van onderbesteding.
Stikstofruimte
Hoe langer de renovatiewerkzaamheden wordt uitgesteld, hoe groter de opgave wordt, benadrukt de voorzitter van Bouwend Nederland. Veel onderhoud kan niet gelijktijdig plaatsvinden en er moet ook stikstofruimte beschikbaar zijn.
Bron: evofenedex