Het Nationaal Voedselagentschap (Bapanas) in Indonesië, onder leiding van Arief Prasetyo Adi, streeft ernaar van het land een belangrijke speler op de wereldvoedselmarkt te maken, met een specifieke focus op sjalotten. Arief benadrukte dat Indonesië in staat is om aan de internationale vraag naar voedsel te voldoen, wat wordt aangetoond door de export van sjalotten naar Maleisië en andere landen.
Voordat de export wordt opgevoerd, is het agentschap echter eerst bezig om te zorgen dat de binnenlandse voedselvoorziening toereikend is. Het doel is om het potentieel en de middelen van Indonesië te benutten voor voedselproducten, zodat zowel de lokale als de wereldmarkt kan worden bediend. Daarnaast zijn er voortdurende inspanningen om voedselproducten met een overschot in eigen land te promoten en de internationale markt uit te breiden.
Deze visie sluit aan bij de toezegging van president Prabowo Subianto om binnen vier jaar na de start van zijn ambtsperiode, die op 20 oktober begint, voedselzelfvoorzienend te worden. Volgens gegevens van het ministerie van Landbouw over de periode 2019-2023 is de wereldwijde positie van Indonesië als exporteur van uien aanzienlijk verbeterd. De jaarlijkse exportwaarde bedraagt gemiddeld 9,46 miljoen dollar, wat een stijging van 44,87 procent betekent ten opzichte van de voorgaande periode.
Volgens Bapanas is Indonesië de grootste teler van sjalotten met een jaarlijkse oogst van 1,35 miljoen ton, tegenover een consumptiebehoefte van 1,16 miljoen ton, wat wijst op een overschot. Het land telt 3,5 miljoen landbouwhuishoudens die zich richten op tuinbouw, waarbij sjalotten de belangrijkste bijdrage leveren aan de categorie groenten.
Het exportpotentieel van sjalotten, met name naar Zuidoost-Azië, is duidelijk: Thailand is de grootste importeur van Indonesië in 2023, gevolgd door een aanzienlijke toename van de export naar Maleisië. De Indonesische regering heeft ook met succes de wisselkoers van telers in de tuinbouw (NTPH) boven de 100 punten gehouden, wat duidt op een positieve trend in de economische prestaties van de tuinbouwsector.
Bron: VOI