Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Natuur en biodiversiteit zijn belangrijk, ook in de wereld van financiën"

De financiële sector erkent in toenemende mate dat haar stabiliteit niet alleen afhangt van klimaat, maar ook van natuur en biodiversiteit. In een publiek-privaat project helpt WUR financiële instellingen de risico's en kansen van biodiversiteitsverlies berekenen.

De financiële sector loopt al ernstige risico's als gevolg van klimaatverandering. De overstromingen in de Duitse staat Noordrijn-Westfalen in 2021 leidden tot bijna 9 miljard aan verzekeringsclaims, volgens NU.nl. Het totaalbedrag aan schades was vele malen hoger en wordt geschat op 33 miljard. Dit laat zien dat niet alle inwoners en bedrijven verzekerd waren tegen waterschade aan, bijvoorbeeld, hun woningen, bedrijven en auto's.

De effecten van biodiversiteitsverlies worden in toenemende mate erkend binnen de financiële sector. Een Mexicaanse overheidsinstelling heeft bijvoorbeeld een koraalrif voor de kust van Quintana Roo verzekerd bij een Zwitserse verzekeraar. De achterliggende gedacht is dat het koraalrif ecosysteemdiensten levert. Het rif trekt vissen aan en voorziet de plaatselijke vissers dus van een inkomstenbron. Daarnaast is het rif belangrijk voor duiktoerisme en doet het dienst als kustbescherming. Het rif vermindert het risico op overstromingen tijdens orkanen. Toen het rif als gevolg van een orkaan beschadigd raakte in 2020, ontving de overheidsinstelling 800.000 dollar om de schade te herstellen.

Deze voorbeelden zijn illustratief voor de gevolgen van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies voor financiële instellingen. Is het echter ook mogelijk om ecosysteemdiensten die, bijvoorbeeld, het landbouwsysteem in verschillende landen ondersteunen te taxeren? Dat is iets waar financiële instellingen in toenemende mate aandacht aan besteden. Ook WUR onderzoekt dit. In het publiek-private project 'Biodiversity Related Risks and Opportunities to the Financial Sector' (Biodiversiteit-gerelateerde Risico's en Kansen voor de Financiële Sector) werken Wagenings economen en omgevingswetenschappers samen met banken, verzekeraars, financieel adviseurs en investeerders om een hypermoderne methode te ontwikkelen voor het inschatten van biodiversiteit-gerelateerde kansen en risico's.

EU Corporate Rapportage Richtlijn Duurzaamheid
Om te kunnen voldoen aan de noodzaak tot transparantie en de verplichte en vrijwillige rapportage richtlijnen, is er grote behoefte aan ecologische kennis en waardbepaling van natuur in de private sector, zeggen Florence Arke en Pieter van Dusseldorp van Deloitte, één van de projectpartners. Biodiversiteit is onderdeel van de EU Corporate Rapportage Richtlijn Duurzaamheid (Corporate Sustainability Reporting Directive - CSRD) op basis waarvan 50.000 grote Europese bedrijven verplicht zijn te rapporteren hoe ze presteren op het gebied van klimaatverandering, watergebruik, vervuiling, biodiversiteit en de circulaire economie, naast bestuurlijke en sociale onderwerpen. Een van de doelen is op termijn schadelijke praktijken uit het ondernemerschap te bannen en te vervangen door praktijken die goed zijn voor de biodiversiteit.

"Veel grotere cliënten waarvoor we werken zijn al bezig met de implementatie van hun CSRD", zeggen de mensen van Deloitte. Deloitte wil hun cliënten helpen de link tussen hun bedrijfsactiviteiten en de natuur te begrijpen en belangrijke afhankelijkheidsrelaties, impact, risico's en kansen (de zogenaamde DIRO's) identificeren en rapporteren. "Hierdoor zijn cliënten beter in staat hun natuur-gerelateerde DIRO's te beheersen en zich in toenemende mate te richten op positieve impact en kansen, en regeneratieve relaties."

Om dit voor elkaar te krijgen moeten de financiële instellingen veelal met hun klanten bepalen of, en zo ja hoe, zij afhankelijke zijn van of impact hebben op de natuur en biodiversiteit. Hoe doen de bedrijven het nu en welke doelen hebben ze om de natuur en biodiversiteit te verbeteren? En hoe kunnen ze dit op transparante wijze communiceren naar belanghebbenden? Hiervoor is een basisstudie nodig van de huidige situatie en methodes om te kunnen bepalen hoe deze doelen bereikt kunnen worden. Van Dusseldorp vergelijkt de CSRD met de acties die banken nemen tegen het witwassen van geld. In beide gevallen is veel informatie van de klanten nodig.

Samen met 40 andere organisaties ondersteunde Deloitte de Taskforce on Nature-related Financial Disclosures, waarbinnen ongeveer 400 financiële instellingen informatie uitwisselen over natuur-gerelateerde afhankelijkheden, impacts, risico's en kansen. Arke legt uit dat een van de eerste doelen van deze werkgroep was het definiëren van het concept natuur, wat voor sommige sectoren een volledig nieuw onderwerp zou kunnen zijn. Van daaruit werd verdere ondersteuning ten aanzien van, bijvoorbeeld, risicobeheersing uitgerold.


Onderzoeker Maria Naranjo-Barrantes geeft een presentatie over natuurgerelateerde risico's en kansen voor de financiële sector op COP16 in Columbia

Biodiversiteitsverlies meten
De risico's die de financiële sector loopt door afbraak van de natuur en biodiversiteitsverlies is veel moeilijker te meten dan klimaatverandering, zegt verzekeringsmaatschappij Allianz, een andere partner van WUR in het project. Bij klimaatverandering heeft lokale uitstoot een mondiaal effect: elke ton CO2 draagt bij aan klimaatopwarming. De gevolgen van biodiversiteitsverlies zijn meestal plaatselijk en kunnen niet makkelijk gecompenseerd worden. Bos op de ene plek is anders dan bos op een andere plek. "Dit leidt tot een zeer heterogene kaart van biodiversiteitsverlies en de daaruit voortvloeiende kansen en risico's", aldus de verzekeraar. Hierdoor wordt waardebepaling bemoeilijkt.

Veel onderzoeken naar de economische impact van biodiversiteitsverlies richten zich op blootstelling, oftewel de totale marktwaarde van producten en diensten die afhankelijk zijn van biodiversiteit. Op die manier kom je tot enorme blootstellingswaarden. "Deze benadering laat het feit dat je economische activiteiten veelal op een lager pitje via duurdere alternatieve kunt voortzetten buiten beschouwing', zegt Markus Zimmer van Allianz. 'Ons onderzoek meet de werkelijke impact van biodiversiteitsverlies, met inbegrip van lagere productie en hogere kosten."

Zodoende berekenden Allianz en WUR de macro-economische waarde van bestuivende insecten in een eerder onderzoek. Enkele bevindingen: een verlies van 20 % aan bestuiving zou de landbouwproductie van de Verenigde Staten met 1.3 % verminderen. Dit komt neer op 28 miljard dollar per jaar. Bij het volledig verliezen van bestuiving zou de landbouwproductie van Engeland met 2% krimpen en dat van België met 7,9 %.

Om het verlies van bestuivingsdiensten te beperken bracht het onderzoek zeven maatregelen in kaart. Sommigen daarvan zijn betrekkelijk goedkoop: een precisielandbouw dashboard, bijvoorbeeld. Anderen zijn kostbaarder, zoals het gebruik van nematoden in plaats van insecticiden. In bepaalde landen zouden maatregelen om insecten te beschermen de investering waard zijn, gezien het feit dat daarmee potentiële economische verliezen die het gevolg zouden zijn van het verlies van bestuivingsdiensten teruggedrongen kunnen worden.

Dit onderzoek berekende de directe verstoring van het productieproces als gevolg van teruglopende bestuiving. Er is echter nog een risico: het transitierisico. Afbraak van natuurlijke ecosystemen kunnen leiden tot plotselinge veranderingen in wetgeving, technologieën of consumentenvoorkeuren. Bedrijven moeten zich wellicht aan nieuwe wetgeving aanpassen, belastingen betalen, uitstootplafonds invoeren of herstelmaatregelen nemen. Zimmer: "Hoewel zulke maatregelen op de korte termijn duur zijn, kunnen ze op de langere termijn leiden tot een kostenbesparing doordat de risico's worden afgedekt en de financiële sector stabiliseert. Er is echter weinig onderzoek gedaan naar de transitiekosten die gerelateerd zijn aan biodiversiteitsverlies."

Ecosysteemdiensten taxeren
Wageningse ecoloog Arnold van Vliet zal bijdragen aan het verbreden van het bestuivingsonderzoek naar een heel scala aan andere ecosysteemdiensten. "Het berekenen van de financiële impact van biodiversiteitsverlies is nieuw, uitdagend en nodig, en ik ben ermee bekend. Binnen de leerstoelgroep Earth Systems and Global Change van Wageningen University doen we hier veel onderzoek naar. Ik ben ook bestuurslid van de Foundation for Sustainable Development, een NGO die zich richt op, onder andere, de waardebepaling van ecosysteemdiensten in de wereld. Om dit te bereiken zijn we een Ecosysteem Diensten Taxatie Database aan het opzetten. Een gratis database met duizenden onderzoeken waarin berekend is wat de natuur de gemeenschap geeft." Zijn rol binnen het project is om vast te stellen hoe de biodiversiteit op wereldschaal in de komende decennia zal veranderen en welke gevolgen dit kan hebben voor de verschillende ecosysteemdiensten. De resultaten worden vervolgens ingevoerd in het economische MAGNET-model dat door Wageningen Economic Research wordt ontwikkeld.

Ontwikkelaar Willen-Jan van Zeist legt uit: "MAGNET is een mondiaal algemeen equilibrium model. Het achterliggende principe van dit soort modellen is dat, bij bepaalde prijzen, de vraag even groot is als het aanbod. Dus, als de vraag naar, bijvoorbeeld, koffie of bananen toeneemt, de markt reageert met een groter aanbod. Dat vraagt om meer machines, land en arbeidskracht, waardoor een nieuw evenwicht ontstaat. MAGNET kan nieuwe situaties onderzoeken door een complex systeem van economische vergelijkingen op te lossen die inzicht geven in waar de reacties op de vraag en de toegenomen productie zullen plaatshebben."

"We hebben ook klimaat, biodiversiteit en landgebruik toegevoegd", zegt Van Zeist. "We kunnen nu bijvoorbeeld zeggen: we gaan dit stuk land gebruiken ter bescherming van de biodiversiteit. Dan zijn er minder opties voor landgebruik. Om een beeld van de effecten te krijgen moeten we ook aangeven hoeveel land op aarde nog beschikbaar is voor landbouw, en waar. Deze data leiden tot een nieuw evenwicht tussen vraag en aanbod, met nieuwe prijzen."

De Wageningse onderzoekers zijn het model nu verder aan het ontwikkelen met specialisten vanuit hun projectpartners. Ze zullen daarbij onder andere gebruik maken van het ENCORE-classificatiesysteem, welke 21 cruciale ecosysteemdiensten heeft geïdentificeerd die biodiversiteit in verband brengen met de economie. Een van deze ecosysteemdiensten is bestuiving, een andere is bodemkwaliteit.

De rol van bodemkwaliteit begrijpen
"De bodem levert een cruciale ecosysteemdienst. Het slaat koolstof op en helpt het klimaat reguleren', zegt Markus Zimmer van Allianz. 'Een prijs hangen aan koolstof, bijvoorbeeld door deze af te zetten tegen biodiversiteit, kan inkomsten genereren door middel van koolstofopslag en is om die reden essentieel in het financieren van bodemverbetering."

Volgens de inschatting van Allianz zou een bedrag van 132 euro per ton CO2 voldoende zijn om investeringen in de bodem te doen die uiteindelijk leiden tot een koolstofopslag ter waarde van 18,3 biljoen Amerikaanse dollars, wat overeenkomt met 1,1 keer de economie van Europa. "Investeringen in duurzaam bodembeheer zijn kosteneffectief en hebben sociaaleconomische meerwaarde", aldus Zimmer.

De deelnemers aan het project geven grif toe dat deze marktgerichte benadering ook beperkingen heeft. 'Er is nog te weinig bekend over de echte impact van biodiversiteit op het welzijn van mensen om deze te vatten in BNP-cijfers', aldus Zimmer. Volgens MAGNET-ontwikkelaar Van Zeist: 'Ik heb een gezond wantrouwen in ons model. Het is een vrij traditioneel groeimodel, we werken in dit project niet met alternatieve economische paradigma's.'

Toch zijn er ook goede voorbeelden van investeringen in de natuur door privéinstellingen. Zo zijn er investeringsprogramma's waarbij kleinschalige boeren investeren in de verbouw van cacao en koffie binnen boslandbouwsystemen waarbij het regenwoud hersteld wordt zodat deze neer ecosysteemdiensten kan leveren. Deloitte noemt ook het voorbeeld van een bedrijf dat koraal kweekt ten behoeve van het herstel van koraalriffen. Hotels langs de kust investeren in dit bedrijf, bijvoorbeeld door gasten bij aankomst te laten aangeven of ze hieraan willen bijdragen. Zo kan toerisme ook bijdragen aan het herstel van biodiversiteit.

Bron: WUR

Publicatiedatum: