Twee prominente Canadese bedrijven, McCain Foods en Cavendish Farms, worden genoemd in een rechtszaak die is aangespannen bij een federale rechtbank in Chicago. De zaak, geïnitieerd door de supermarktketen Redner's Markets uit Pennsylvania, beschuldigt deze bedrijven, samen met de Amerikaanse ondernemingen Lamb Weston Holdings en J.R. Simplot, van prijsafspraken met betrekking tot diepgevroren aardappelproducten zoals friet, rösti en aardappelkroketten. Een daaropvolgende collectieve consumentenrechtszaak herhaalt deze beschuldigingen en noemt ook de marketingorganisatie Potatoes USA als medeverdachte.
Hoewel McCain Foods de beschuldigingen publiekelijk heeft ontkend, heeft Cavendish Farms geen verklaring afgelegd. Gezamenlijk controleren de betrokken bedrijven naar schatting 98% van de € 64,6 miljard grote markt voor diepgevroren aardappelproducten. De aanklachten stellen dat deze bedrijven prijzen manipuleerden door gevoelige marktgegevens te delen via een derde partij, waardoor concurrentie werd ontmoedigd.
Volgens beide rechtszaken begon de vermeende prijsafspraak uiterlijk in januari 2021. De bedrijven zouden samen hebben gewerkt om prijzen aan te passen, te handhaven en te stabiliseren. Nadat McCain in februari 2021 een prijsverhoging aankondigde, volgden de andere bedrijven naar verluidt met soortgelijke stijgingen, wat leidde tot een prijsstijging van 47% voor diepgevroren aardappelproducten tussen juli 2022 en juli 2024, ondanks een daling van 33% in grondstoffenkosten.
De rechtszaken beschrijven hoe leidinggevenden in de sector op de hoogte zouden zijn geweest van de prijsafspraken, gefaciliteerd door hun lidmaatschap van de National Potato Council en hun interacties met Potatoes USA. Deze organisaties zouden volgens de aanklacht hebben gefungeerd als een platform voor het uitwisselen van concurrentiegevoelige informatie onder het mom van marktontwikkeling en expansie.
Sylvain Charlebois, professor aan de Dalhousie University, benadrukt hoe serieus de Verenigde Staten beschuldigingen van prijsafspraken en marktmanipulatie nemen. Hij merkt op dat er doorgaans substantieel bewijs nodig is om dergelijke zaken door te zetten. Prijsafspraken zijn overigens geen onbekend fenomeen in Canada, zoals blijkt uit eerdere schikkingen, waaronder die van Loblaw Cos. en George Weston met betrekking tot prijsafspraken voor brood. Dit wijst op bredere zorgen over marktmanipulatie binnen de voedingssector.
De uitkomst van deze Amerikaanse rechtszaken moet nog worden bepaald. De rechtbank zal eerst beoordelen of de zaken geschikt zijn als collectieve rechtszaak. Als dit wordt goedgekeurd, kunnen getroffen consumenten en detailhandelaren mogelijk compensatie eisen voor de vermeende prijsmanipulaties sinds 1 januari 2021.
Bron: Financial Post