Een recente analyse van de verliezen in de aardappelteelt in Europese landen, gemeten in duizend euro en aangepast aan de prijsniveaus van 2022, onthult aanzienlijke verschillen in economische impact tussen landen. Duitsland staat bovenaan de lijst met een duizelingwekkend productieverlies van 196,94 miljoen euro, wat de grootste impact is van alle geanalyseerde landen. Na Duitsland noteerde Frankrijk een aanzienlijk verlies van €130,08 miljoen, wat de economische druk op twee van de grootste economieën van de EU verder benadrukt. Nederland (93,93 miljoen euro) en Polen (75,96 miljoen euro) hadden ook te kampen met aanzienlijke tegenslagen in de teelt, wat de wijdverspreide uitdagingen in Noord- en Centraal-Europa illustreert.
België en Roemenië, met verliezen van respectievelijk 56,48 miljoen euro en 16,23 miljoen euro, beursgenoteerd een opmerkelijke kloof in vergelijking met de best presterende landen, maar nog steeds met aanzienlijke economische verstoringen. Landen als Tsjechië (15,34 miljoen euro), Turkije (14,92 miljoen euro) en Italië (13,16 miljoen euro) ondervonden ook opmerkelijke gevolgen, hoewel in mindere mate dan hun West-Europese tegenhangers. Deze cijfers onderstrepen hoe verschillende economische en structurele omstandigheden in de EU en aangrenzende regio's de omvang van de verliezen bepalen waarmee elk land te maken kreeg.
Daarentegen meldden verschillende kleinere economieën, waaronder Finland (0,94 miljoen euro), Kosovo (0,66 miljoen euro) en IJsland, minimale of geen geregistreerde verliezen. Deze relatief lage cijfers suggereren dat kleinere of geografisch geïsoleerde markten minder gevoelig zijn voor dezelfde economische druk als grotere landen. De kleinere schaal van de teelt in deze landen zou echter ook hun blootstelling kunnen beperken aan de bredere marktdynamiek die van invloed is op de grote Europese economieën.
Voor meer informatie:
Antti Kaartinen
European Environment Agency
Tel: +45 2336 1381
[email protected]
www.eea.europa.eu