Het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens was in het derde kwartaal van dit jaar 1,5 procent hoger dan een jaar eerder. De toename is vooral toe te schrijven aan een stijging van de beloning van werknemers, door hogere cao-lonen. De hypotheekschuld groeide met 10,1 miljard euro ten opzichte van een kwartaal eerder, naar 880,8 miljard euro. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de financiën van huishoudens.
Netto reëel beschikbaar inkomen huishoudens
Beloning werknemers draagt meest bij aan stijging huishoudinkomen
Het inkomen van zowel werknemers als zelfstandigen lag hoger dan in het derde kwartaal van 2023. De totale beloning van werknemers groeide met 7 procent. Het aantal banen van werknemers groeide met 0,5 procent, en de cao-lonen waren 6,9 procent hoger. Het gemengd inkomen lag 7 procent hoger. Vooral in de gezondheidszorg nam het inkomen van zelfstandigen toe.
De stijging van het totaal aan ontvangen uitkeringen bedroeg 8,3 procent. Dat komt vooral doordat uitkeringen vaak zijn gekoppeld aan het minimumloon, dat ten opzichte van een jaar eerder met bijna 7 procent toenam. Huishoudens betaalden 13,3 procent meer belastingen en sociale premies.
Om tot het reëel beschikbaar inkomen te komen, wordt het netto beschikbaar inkomen gecorrigeerd voor prijsstijgingen.
Bijdrage van verschillende componenten aan de opbouw van het beschikbaar inkomen, 3e kwartaal
Hypotheekschuld neemt toe, schuldquote daalt
In het derde kwartaal van 2024 nam de woninghypotheekschuld toe met 10,1 miljard euro vergeleken met een kwartaal eerder. De hypotheekschuld loopt sterker op dan vorig jaar doordat de huizenprijzen in het derde kwartaal hoger lagen dan een jaar eerder en er meer woningen werden verkocht. Doordat de economie nominaal harder groeide, nam de hypotheekschuld als percentage van het bbp af; van 79,2 procent in het tweede kwartaal naar 79 procent in het derde kwartaal van 2024. Dit is het laagste niveau na het derde kwartaal van 2001.
Hypotheekschuld huishoudens
Economie groeit met 0,8 procent in derde kwartaal 2024
Volgens de tweede berekening van het CBS is het bruto binnenlands product (bbp) in het derde kwartaal van 2024 met 0,8 procent gegroeid ten opzichte van het tweede kwartaal van 2024. Bij de eerste berekening, die is gepubliceerd op 14 november, kwam de groei ook uit op 0,8 procent. De tweede berekening van het bbp wordt ongeveer 85 dagen na afloop van het kwartaal gepubliceerd.
Ook het totaalbeeld is niet veranderd. Het bbp in het derde kwartaal nam vooral toe doordat de consumptie door huishoudens en overheid steeg. Het handelssaldo daalde echter.
Tweede berekening
De tweede berekening wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. De eerste berekening, ongeveer 45 dagen na afloop van een kwartaal, is op basis van de dan beschikbare informatie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, zoals van de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca, de overheid, de zorg en de financiële instellingen die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen.
De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2019-2023) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021.
Bijstelling groei in voorgaande kwartalen
Bij elke nieuwe berekening van het bbp bepaalt het CBS ook opnieuw de seizoengecorrigeerde reeks van de eerder gepubliceerde kwartalen. Dat heeft niet geleid tot een bijstelling van de bbp-groei in de voorgaande kwartalen.
Groei ten opzichte van het derde kwartaal van 2023
Ten opzichte van een jaar eerder groeide de economie in het derde kwartaal met 1,7 procent. Volgens de eerste berekening was dat ook 1,7 procent. Het totaalbeeld is ook niet veranderd. De stijging van de overheidsconsumptie en de consumptie door huishoudens droeg het meest bij aan de groei. Het handelssaldo droeg negatief bij.
Aantal banen groeit met 20 duizend
Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het derde kwartaal met 20 duizend ten opzichte van het tweede kwartaal van 2024. De eerste berekening kwam uit op een toename van 18 duizend banen.
Ten opzichte van het derde kwartaal van 2023 waren er in het derde kwartaal van 2024 volgens de tweede berekening 107 duizend banen van werknemers en zelfstandigen meer. Dat was bij de eerste berekening 104 duizend.
Bron: CBS