"Elke professional kent momenten van frustratie. Dat hoort bij het vak, en houdt ons scherp. Toch is er een specifieke uitdaging die telkens weer opduikt en wringt: voedselvernietiging. Geen drama op zich, maar wel een moreel en economisch spanningsveld waar de AGF-surveyor vaker dan hem lief is in terechtkomt", aldus Jan Robyn van TempSurvey.
"Als beginnend expert dacht ik ooit de juiste keuze te maken door een lading diepvriespizza's met temperatuurproblemen aan te bieden aan een voedselbank. "Dan helpt het nog iéts," dacht ik. Het antwoord was ontnuchterend: "U lost het hongerprobleem niet op door mensen te vergiftigen." Een harde les in verantwoordelijkheid.
De vraag wat te doen met beschadigde of niet-conforme goederen rijst niet enkel na een klassiek schadegeval. Ook bij andere vormen van kwaliteitsverlies - denk aan een lading appels met drukschade die na een week bruine vlekken vertonen - speelt de tijd tegen ons. Er is soms interesse van opkopers voor snelle doorverkoop, maar wat later gebeurt, is buiten onze controle. Gaat het alsnog naar de markt? Komt het terug in het reguliere circuit? De grens tussen verantwoord hergebruik en misbruik is soms flinterdun.
Industrie en verwerkers zijn uiterst terughoudend. Niet zonder reden: traceerbaarheid en productaansprakelijkheid laten weinig ruimte voor risico's. Zelfs wanneer goederen er goed uitzien, zoals een lading citroenen na een verkeersongeval, is de bereidheid om ze te verwerken vaak nihil.
Een ander heikel punt zijn de concurrentieregels. Denk aan verpakte producten met herkomstlabels: licht beschadigde prei met een etiket "Product van hier" wordt verkocht voor verwerking, maar belandt toch terug in het gewone verkoopkanaal. Niet frauduleus bedoeld, wel ongewenst. Probeer dat maar eens uit te leggen aan de betrokken partijen.
Subtieler - en potentieel gevaarlijker - zijn contaminaties die niet zichtbaar zijn: aardappelvlokken vervoerd in een tank die ervoor bloem bevatte en onvoldoende gereinigd werd. Voor een allergische consument kan dit catastrofaal zijn. In zulke gevallen wegen traceerbaarheid en voedselveiligheid zwaarder dan verspilling.
Alternatieven zoals export klinken aantrekkelijk, maar ook daar gelden regels en andere smaakeisen. Waar vroeger overschotten naar varkensboeren gingen, is dat nu wettelijk sterk beperkt. Varkens eten geen banaan meer.
Voedselbanken blijven een optie, maar hun proces is vaak traag en streng, wat haaks staat op de bederfsnelheid van AGF-producten. Daardoor komt het te weinig tot effectieve herbestemming. Een gemiste kans, waar ruimte is voor verbetering.
Uiteindelijk blijven er weinig opties over: biovergisting of verbranding. Vooral voor voorverpakte goederen in MAP (Modified Atmosphere Packaging) is herverpakking vaak onhaalbaar. Economisch niet rendabel, ecologisch niet ideaal.
Toch blijft het wringen. Elke keer opnieuw. Tomaten die gisteren nog straalden, verliezen in een oogwenk hun waarde. En erger nog: bij schade kunnen ze ook nog bijkomende schade veroorzaken, met kosten die oplopen. Voedsel verspillen doet pijn, ook professioneel. De afweging is complex, en soms wordt de negatieve waarde van een product hoger dan wat het ooit waard was."
Voor meer informatieJan Robyn/Thibaut Robyn
TempSurvey
Tel.: + 32 497 37 36 60
info@tempsurvey.be
www.tempsurvey.be